
Vandaag is het Valentijnsdag, de dag van de liefde. Prachtig dat de liefde gevierd wordt en altijd fijn om een lief kaartje en/of cadeautje te mogen ontvangen van je geliefde. Echter wat mij betreft mag de liefde elke dag opnieuw gevierd worden, want waar zouden we zijn zonder liefde??
Liefde is oneindig, liefde kent geen tegenstellingen, liefde heeft genoeg aan zichzelf. En liefde heeft geen bewijs nodig, maar is een voortdurende overgave. Liefde is geen ééndagsvlieg en heeft geen commercie nodig in deze wereld van overconsumptie (waar ik me ook schuldbewust van ben, ik ben niet heiliger dan de paus).
Mij is het, dankzij dit vreemde en bedenkelijke corona tijdperk, nóg duidelijker geworden dat liefde het anker van het leven is. Dat een klein gebaar, behulpzaam zijn, compassie hebben met de ander, een blik, een omhelzing, een aanraking een wereld van verschil kan maken en een absolute intentie van liefde is. Ook wanneer of ondanks dat een overheid dit verbiedt, want het moet niet gekker worden. LIEFDE OVERWINT ALTIJD!
Misschien mag vandaag, 14-2-21 Valentijnsdag, de eerste dag zijn om een begin te maken voor een liefdevollere kijk op jezelf, je omgeving en de wereld?
Wie en wat heb je allemaal lief? Dat kan uiteenlopen van materie tot levende wezens. Nee, niet alleen je partner of (on)bereikbare liefde zoals Valentijn doet geloven. Maar ook de liefde voor jezelf, je ouders, je voorouders, je (klein)kinderen, je huisdier(en), je familie, de mens an sich, de planten en de bomen, de zon, de maan en de sterren en zelfs schelpen en stenen. De mensen en dieren die je hebt leren kennen tijdens je reizen aan de andere kant van de wereld, de liefde voor de mooiste plekjes waar je geweest bent of de liefde voor je herinneringen. En misschien wel de liefde voor je eigen lichaam, waar vaak spastisch over gedaan wordt. Maar misschien heeft jouw lichaam wel een heel erge en enge ziekte doen overwinnen en voel je meer liefde voor je sterke lichaam dan ooit tevoren. Of je hebt de dood in de ogen gekeken en ken je het leven daardoor overweldige liefde toe. Elk verhaal kent zijn eigen waarheid, met de liefde als anker.

Zo kwam ik al heel vroeg, als pasgeborene, in aanraking met liefde. Liefde voor de borsten van mijn moeder, want daar kwam mijn voedsel uit en werd mijn honger mee gestild. Mijn eerste levensbehoefte, voedsel, had als anker liefde. Daarna volgde de liefde voor mijn moeder en niet veel later ook de liefde voor mijn vader. Een cliché volgorde, mijn moeder was tenslotte de eerste die mij verzorgde, waar mijn vader af en toe een hand hulp aan bijdroeg. Over de hoeveelheid zorg en wanneer, zijn de meningen van mijn ouders nog altijd verdeeld haha. Mijn vader denkt nog steeds dat hij veel meer deed dan mijn moeder zich ooit zal herinneren. Vooral mijn poepluiers verving mijn vader ‘s nachts, zegt hij. Ik ken mijn vader een beetje en denk er het mijne van.
Na 1,5 jaar kwam mijn broer ter wereld en werd geacht dat ik daar ook liefde voor voelde. Dat was een pijnlijke, want dat voelde ik niet (zeggen mijn ouders). Ik vond de komst van mijn broer allerminst leuk omdat ik de aandacht en liefde van mijn ouders met hem moest delen en ik wilde toen niet delen.
Toen ik 6 jaar oud was besloot mijn moeder om weg te gaan, te gaan scheiden en klapte de ouderlijke liefde als een zeepbel uit elkaar. Dat was het moment dat liefde verwarrend werd voor mij, liefde niet oneindig leek en grenzen leek te hebben. Het gevoel te moeten kiezen tussen twee ouders en het dus leek alsof ik voor de één meer liefde had als voor de ander.
Het werd nog erger toen mijn broer en ik, samen met mijn moeder, in een kraakpand in de straat van de toenmalige Mabi bioscoop in Maastricht terecht kwamen. Daar dacht mijn moeder “dit wens ik niet voor mijn kinderen” en bracht ons terug naar Geulhem, naar mijn vader. Ze zou ons weer volledig “terugnemen” als zij haar leven en woning weer op orde had, tot dan gingen we om het weekend naar haar.
Mijn vader had een drukke en belangrijke baan, geen 9-17 uur baan, en was heel veel weg. Waar haalden wij de liefde dan vandaan? Ik heb geen idee, ik weet wel dat mijn broer en ik elkaar het leven zuur maakten zodat we mijn vader op zijn werk konden bellen en dan gingen klagen. Dan kregen we aandacht en zo werd er een liefdevol patroon ontwikkelt wat jaren doorging. Alleen als we moesten sporten, en ik deed nogal wat tegelijkertijd (voetbal, handbal, tennis en in de winter skiën), dan had mijn vader volle aandacht voor ons en reed ons van voetbalveld naar sporthal en tennisbaan. Daar heeft zich mijn liefde voor de sport ontwikkelt. Sport stond synoniem voor liefde van mijn vader.
En dus wilde ik overal de beste in zijn, altijd winnen en zoveel mogelijk sporten kunnen zodat de liefde van mijn vader nog groter werd en misschien toch zelfs wel oneindig?
Mijn moeders liefde was, nu achteraf bezien, al oneindig en onvoorwaardelijk. Geduldig, zorgzaam en altijd liefdevol, maar dat wilden we niet zien of konden we toen nog niet zien. Uiteraard is de liefde van mijn vader ook onvoorwaardelijk en oneindig, ook al vult hij die op een andere manier. Het anker van beide ouders is liefde, elk met een andere invulling.
Ik kreeg er zelfs op mijn twaalfde (via mijn moeder) nog twee hele lieve (half)zussen en een (half)broer bij, waarvoor ik dankbaar ben en heel veel liefde voel. Waarvan ik “half”-zus/broer een ontzettend stom woord of omschrijving vind. Ze zijn niet half maar heel en ik voel zeker niet minder liefde voor hen dan voor mijn zogenaamde “hele” broer, waar ik dan zogezegd maar een halve relatie mee heb. De woordspeling ter zijde.
Mijn liefde voor de natuur en het boven natuurlijke (zoals sommige het omschrijven) was er al op jonge leeftijd en wanen mij in moeilijkere tijden nog steeds terug aan herinneringen van toen. Zo was ik als zes of zevenjarige (of misschien toch iets jonger, ik weet het niet meer) het meest gelukkig als ik op de “hei” in Waasmunster (België-mijn roots) was. Mijn ene tante en Peetoom woonde aan de ene kant van de hei (grasveld in bosrijke omgeving) en een andere oom en tante woonde aan de andere kant van deze hei. Ik zie mezelf nog steeds rennen door het gras met een big smile op mijn gezicht. Spelend in het gras, samen met neven en nichten, of fietsend door de bosrijke omgeving. Waanzinnig vond ik dat. Ik pakte dan de fiets en ging er alleen op uit. En mijn lievelingsnicht had er een soort van speel-poppenhuis op die hei staan waar je zelfs in kon slapen. Hetgeen ik daar dan ook regelmatig deed, het liefst samen met haar.
Fascinerend vond ik de bomen, het gras en de planten, vooral de bloeiende versies. Zoveel pracht en praal, dat alleen maar liefde kon uitbeelden en uitdrukken.
Wat een aanleiding van het woord liefde al niet doet. Tal van herinneringen en beelden komen boven.

Mijn dieren liefde stamt ook uit die zelfde tijd. We hadden heel vroeger kippen en een haan. En een hond, een Duitse Staande korthaar, Nascha. Daarna 2 katten (ter compensatie van de afwezigheid van mijn moeder, grapje he), een grijsgestreepte kat van mijn broer (Brammetje) en een zwarte kat met witte pootjes van mij (Saartje). En samen kregen ze plots 8 kittens op het dekbed van mijn broer. Hilarisch. Op de lagere school hielden we met ons allen een cavia, Pumpie genaamd, die we om beurten tijdens weekenden en schoolvakanties mee naar huis mochten nemen om liefdevol voor te zorgen. Na die cavia die af en toe ten tonele verscheen, volgde 2 witte muizen en een witte hamster. Die laatste werd opgegeten door de hond. En ook vissen passeerde de revue in huize Jansen. Gevolgd door tal van konijnen, met binnen en buiten hok. Uit het buiten hok werd het konijn gestolen, dachten wij. Tot we het lijf van het konijn vonden, maar het hoofd niet. Waarschijnlijk was de boosdoener een marter. Dat was het einde van het tijdperk van allerlei huisdieren.
Mijn grote liefde voor het dierenrijk bleek later toch de hond te zijn. Getrouwd, huisje boompje én beestje. Heel cliché. Het werd een chocoladebruine labrador, Lubbes. De dag dat ik trouwde was dit de extra liefdevolle aanwezige pup. Een stronteigenwijs mannetje dat graag zichzelf uitliet en tegelijkertijd netjes aan de riem naast me op de fiets kon meerennen. Mijn hart verscheurde dan ook toen we hem moesten laten inslapen, want hij had een tumor. Boven in de wei van onze tuin hebben we hem begraven. De pas één jaar oude tweede hond (witte labrador), Ziggy was diepbedroefd en zat als een wolf te huilen naast het graf van Lubbes. Ze was de weg kwijt.
Gelukkig was Ziggy net zo welkom als mijn twee kinderen, in het nieuwe thuis bij mijn lief bijna 6 jaar geleden. Mijn lief vond Ziggy alleen wat braaf en traag, hij hield meer van een pittige hond. Dus, zo gezegd zo gedaan.
Doordat we in de tussentijd een tijdelijke opvang waren voor een Duitse herder langhaar pup van Surinaamse vrienden, vonden we samen de liefde voor de Duitse herder langhaar. Moka (1.0) vertrok naar haar baasje in Suriname. De naam Moka ontstond uit Mo van Monique (dochter baasje Suriname, zowel Monique als Moka 1.0 waren op 14 maart geboren) en Ka van Kaatje (ik zei de gek), oppas moeder van de Duitse herder. Zo had zijn Surinaamse baasje besloten. Dus gingen wij op zoek naar een Duitse herder langhaar. De laatste pup in het Belgische nest, maar de eerste pup die naar mij toe snelde. Het was liefde op het eerste gezicht! Zo werd Mokka 2.0 (we vonden het zo’n leuke naam) welkom geheten. Ziggy was mijn allerbeste en allerliefste vriendin. Ik kon lezen en schrijven met haar, zelfs praten met haar. Ze begreep me. Zo moest ze niets hebben van pup Mokka in het begin, totdat ik met haar sprak en vroeg of ze me kon helpen met de opvoeding van Mokka. En jawel hoor vanaf toen deed ze Mokka alles voor, wees haar terecht daar waar nodig en werden ze dikke maatjes. Helaas bleek ook Ziggy een tumor te hebben en hebben we haar bijna exact een jaar geleden (18-2-2020) moeten laten inslapen, ze was 14 jaar. De ene dochter in Amerika die nog van niets wist en de andere bij haar vader, via FaceTime. Tranen met tuiten hebben we gelaten en geknuffeld tot ze haar laatste adem uitblies. Sindsdien zijn Mokka en ik bijna onafscheidelijk, ook met haar kan ik lezen en schrijven. Lijkt ze vreselijk op haar twee “baasjes”, slim, energiek én heel lui, lief, ongeduldig, soms lomp, groot uithoudingsvermogen, een snoepkont (zeg “ frieten” en haar oren zijn gespitst en de zever loopt uit haar mond). En dan heb ik het nog niet over kaas, als alleen al de kaas in de verpakking uit de koelkast wordt gehaald sprint ze naar de keuken en gaat braaf zitten wachten totdat er kaas van het aanrecht afvalt. Zo heeft Mokka een grote liefde voor kaas (en frieten, ja dat is heel slecht voor een hond, net zo slecht als voor ons zelf, daarom eten we dit ook maar weinig).
Net zoals liefde oneindig is, kan ik ook oneindig vertellen over mijn liefdes en raak ik er niet over uitgepraat.
Mijn ontzettende grote liefde voor de sneeuw bijvoorbeeld (graag in combinatie met skiën), die sneeuwvlokken zijn magisch. Zodra er sneeuw uit de lucht komt gevallen die ook blijft liggen trek ik mijn ski broek aan om buiten in de sneeuw te rollen, te spelen etc. Zelfs mijn kinderen en Mokka hebben deze liefde overgenomen. Als het sneeuwt (wanneer deze blijft liggen) dan kan ik alles uit mijn handen laten vallen omdat de drang van naar buiten moeten gaan zo groot wordt…..dan ben ik niet meer te houden. Zelfs op blote voeten trotseer ik de sneeuw, heerlijk!
Mijn even zo grote liefde voor de zon en warme oorden of in combinatie met de sneeuw (het ideale plaatje). Doe mij maar >25 graden, heerlijk! Onder de 25 graden laten de krekels niet meer van zich horen en is het moment dat ik het al “frisser” vind, zo vertaalt mijn lief dit.

De tomeloze liefde voor reizen! Het ontdekken van allerlei prachtige en magische plekken, andere culturen, mensen, uitzichten en ervaringen die ermee gepaard gaan. Ik kan me onderdompelen in de magie van reizen en andere culturen, hetgeen veelal voelt als thuiskomen. De pracht en praal aan natuur tijdens deze reizen, het contact met de natuur én plaatselijke bevolking en fauna. I LOVE IT! De voorliefde voor Spaanstalige landen, het ligt zo lekker in het gehoor, heeft iets zwoels, subtropisch, iets zachts en tovert ogenblikkelijk een brede glimlach op mijn gezicht als ik ook maar één woord Spaans hoor. Derrite mi corazón, het doet mijn hart smelten. Spaans eten, Spaanse tegels (Gaudi), de Indianen in Zuid-Amerika. De indianen daar hebben natuurlijk hun eigen inheemse taal maar veelal is de landelijke voertaal Spaans. En ja mijn liefde voor de Indianen cultuur, waar ik eerder over schreef.
Liefde voor muziek, waar ik ook eerder over schreef. Net zoals liefde voor mezelf en liefde voor mijn sterke constitutie, mijn lichaam dat tot heel veel in staat is en ik derhalve koester.
Liefde die ik voel als ik de kerk op het Onze Lieve Vrouweplein binnen loop, de energie die daar hangt -wauw! De Dominicanenkerk, waar een boekhandel in gevestigd is. Daar kan ik uren vertoeven, boeken inkijken, wat drinken, mijmeren, heerlijk!
De liefde voor het “boven natuurlijke”; de zon, de maan, de sterren, het universum. Toeval bestaat niet, dat is synchroniciteit, boodschappen uit het onzichtbare, dat alles energie is, dat alles gebeurt om een reden. Om lessen te leren. De mystiek, romantiek, verliefd zijn op de liefde zelf.
De liefde voor lekker eten, voor feestje met vrienden en familie, liefde voor schrijven, mijn werk als natuurcoach en anderen te helpen, liefde voor vergezichten, zons- op en ondergang, auto rijden (met als heimelijk genoegen – niet ecologisch en slecht voor de natuur – hard rijden (in mijn vorig leven was ik F1 coureur geloof ik) en mijn liefde voor intimiteit en het hele leven, of kan ik nog meer opnoemen? Natuurlijk mijn onvoorwaardelijke liefde voor mijn kinderen, mijn ouders, grootouders, vrienden én de mannelijke liefdes in mijn leven. Daar wijd ik een aparte blog aan, dus nog even geduld. Anders wordt deze blog nóg langer.
Want aan de liefde komt gewoonweg geen einde.
Sta jij wel eens stil bij alle liefdes in jouw leven?! Je mag ze altijd met me delen, ik ben nieuwsgierig.