Tagarchief: kooi

Lijden & gehechtheid

De definitie van lijden & gehechtheid zal je hoogstwaarschijnlijk wel weten. Graag geef ik de woorden weer die in mij opkomen met betrekking tot lijden & gehechtheid, opdat het tot in je bewustzijn door dringt.

Lijden: zwelgen, jammeren, pijn, tekort, lot, geweld, schaamte, zelfkastijding, verdriet, klagen, dood gaan, afhankelijk, voorwaarden, er niet toe doen, zonde, ego, geld, macht, gebukt gaan onder, afzien, hard werken, door het slijk gaan, gewoonte, indoctrinatie.

Gehechtheid: vastzitten, plakken, identificeren, vastgenaaid, dichtgenaaid, vastklampen, onlosmakelijk, ‘zo horen’ , dichtbij, verhalen, ‘ge = jij / hecht = saamhorig / heid = wezen-persoon’.

Lijden

Al in vroegere tijden werd de mens geprogrammeerd dat het lijden, wanneer het zonder vrees onder ogen werd gezien, de poort is naar vrijheid. Als een man zich opofferde om in dienst en naar de oorlog te gaan, werd hem verteld dat hij zijn land en zijn wereld redt. In tijden van oorlog werd er zelfs gegeseld om de duivel te verdrijven uit de zogenaamde vijand. Of strijders bliezen zichzelf op, opdat ze beloond werden met achtentwintig maagden. Martelaren boden zich vrijwillig aan voor een langzame kruisdood of wierpen zich voor de leeuwen. De heilige Dominicus Loricatus gaf zichzelf elke avond zweepslagen voor het slapen gaan.
Allemaal zeiden ze, dat de pijn, zodra deze overwonnen was, kon leiden tot een religieuze extase.
Pijn lijden werd het genot de mensheid vrij te kopen van haar zonden, waarmee pijn was veranderd in blijdschap, was de zin van het leven en dus een genot.

Ook wij, wanneer we al jong zijn, hebben onbewust en ongewild programmaties van onze ouders en buitenwereld mee gekregen. Met alle goede bedoelingen en intenties, opdat we een model-burger worden in de grote wereld. Als kind kregen we een beloning als we ons pijn gedaan hadden. Die beloning liep uiteen van een kus op de pijn tot aan een snoepje voor de pijn. We werden dus als het ware beloond om pijn te hebben. Als we een ander per ongeluk pijn deden met spelen, dan werden we ook dan beloond door aandacht, ook al was dit negatief. We kregen dan een standje dat dit gedrag niet getolereerd werd. In sommige gevallen moesten we zelfs in de hoek gaan staan, want zo dacht men dat je als kind je ‘zonden’ kon overdenken en gewaar kon worden daar in die hoek.
Naar mate we ouder werden, werd er steeds meer van ons verwacht. Op de kleuterschool al moesten we Cito toetsen afleggen zodat men kon zien hoe ver we waren in onze ontwikkeling en of dit strookte met het beleid dat iemand ‘verzonnen’ had van waar we dan al niet aan moesten voldoen. Ook hier werden we beloond als we het volgens de verzonnen ‘norm’ goed gedaan hadden. We mochten dan een stickertje of een plaatje uitzoeken en mochten daar dan trots op zijn. Hier werd het ‘lijden’ steeds duidelijker en meer uitvergroot. We moesten eerst ‘lijden’ – lees zwoegen – om goed genoeg bevonden te worden. En als we hard genoeg geleden hadden, dan werden we beloond met iets ‘leuks’.
Dit was micro spel van het begin van de lagere school. Aan het einde van de lagere school kwam er dan een zogenaamde eind-Cito-toets die liet zien op welk ‘niveau’ we ons bevonden na al die jaren ervoor het spelletje meegespeeld te hebben van ‘lijden’ & belonen.

We kwamen in aanraking met sport, met vrienden, met volwassenen, bijbaantjes en telkens kwam dat ‘lijden’ met een hoofdletter L onbewust naar voren. Het kwam er overal op neer dat we eerst keihard moesten werken om daarna een beloning te verkrijgen. De grootte van de beloning hing af van hoe hard je ergens voor werkte. De volwassenen deden ons dit met verve voor. Als ze hard genoeg gewerkt hadden dan werden ze gegund met een vakantie, of een auto kopen. Ik kan me nog herinneren dat ik van mijn eerste geld (waar ik heel wat vleeswaren door mijn handen had laten gaan bij de vleesafdeling van een supermarkt) een stereotoren kocht. Ik was de koning te rijk! En toen ik weer flink gespaard had, kon ik mezelf een tweedehands auto kopen.
Omdat we telkens beloond werden voor ons harde werken, of dit nu een betaalde baan of iets vrijwilligs was, raakten we gehecht aan dit ‘lijden’ – zwoegen-. Zo gehecht dat we hier steeds harder voor gingen rennen en zwoegen opdat we onszelf flink konden belonen.

De reclames op tv deden hier ook gretig aan mee. Want van al dat zwoegen – ‘lijden’ werden we moe en dat ging je zien aan je huid. Dus moest je huid goed verzorgd worden en werd je op tv doodgegooid met reclames voor de allerbeste crème voor op je huid. Of die lekkere coca cola, of zak chips die je jezelf mocht toekennen als beloning na je harde zwoegen – ‘lijden’. Pijn mocht niet gevoeld worden en dus kwam (en komt nog steeds) daar een reclame voorbij om een pilletje te nemen tegen de pijn. Welke pijn dan ook, overal was er wel een pilletje voor. Want we wilden toch niet ‘lijden’?! Lijden werd een commercieel werk-woord. Enerzijds moesten we lijden en anderzijds mochten we de pijn van dat lijden niet voelen. Een logische samenhang…..

We werden zelfs zo gek gemaakt dat we vooral de buitenwereld moesten laten zien wat we allemaal hadden en konden. Zo lieten we de buitenwereld zien dat als we maar hard genoeg geleden hadden, we onszelf mochten belonen. En als je zowel hard genoeg geleden had én jezelf beloond dat, dan leverde dat status op en werd je als het ware voor vol en als succesvol gezien.
Ik kan me herinneren van de tijd dat ik met mijn ex-partner een horecabedrijf had dat 364 dagen per jaar geopend was en dit keihard zwoegen was, we onszelf na verloop van tijd beloonden met een in de volksmond ‘dikke auto’, waarmee we dan in elk geval twee keer per jaar mee op vakantie konden gaan. De buitenwereld vond dit buitensporig en deed zijn beklag en geroddel in het dorp dat ‘die’ wel goed bij kas zaten en zich wel heel veel permitteerden. In hun ogen hadden wij nog niet genoeg ‘geleden’ om ons dit te mogen veroorloven. Zoals het in Nederland gaat: als je je hoofd boven het maaiveld uitsteekt, dan word je meteen weer gelijk gemaakt met de grond.

‘Dikke auto’

Er werd ons op die manier een soort van verslaving aangeleerd, een gehechtheid van telkens opnieuw lijden – belonen en hechten aan die beloning en dus ook aan dat lijden. En zoals een gehechtheid en in dit geval vertaald naar een verslaving doet, is dat we telkens meer wilden. Meer van alles, meer dan we nodig hadden en hebben, meer nemen dan geven. En binnen dit mechanisme of patroon vergelijken we onszelf telkens weer opnieuw met de ander. We beoordelen en veroordelen of onszelf of de ander voor het al dan niet meer of minder hebben. Kort gezegd heeft het ons geleerd om altijd in tekorten de denken en hebben we onszelf de gedachte gecreëerd altijd een tekort te hebben. Er is een leuk kinderboek ‘rupsje nooit genoeg’ dat heel simplistisch weergeeft waar de mensheid zich in begeeft.
We zijn gehecht geraakt aan al die verhalen die we onszelf elke dag opnieuw vertellen. Verhalen die een heel eigen leven zijn gaan ‘lijden’, waardoor we ons niet goed genoeg voelen, niet mooi genoeg zijn, niet genoeg hebben, we het altijd slechter dan de ander hebben en ga zo maar door. Die verhalen hoeven niet eens waar te zijn en toch vertellen we onszelf dit steeds opnieuw. We draaien rondjes in onze eigen bubbel, onze eigen realiteit die veraf ligt van dat wat daadwerkelijk de realiteit is en dus heel veraf ligt van onszelf.

We hebben zo een kooi gebouwd waarin we ons ontzettend comfortabel in voelen en draaien hier elke dag rondjes in, zoals een hamster die blijft rennen in het rad. We zijn slachtoffer geworden van ons eigen denken, onze programmatie en patronen. En uit deze kooi stappen is vreemd, eng, want wat zal de ander wel niet denken? En word ik nog wel voor vol aangezien als ik andere keuzes maak? Verlies ik hiermee mijn status niet? Want het leven dat je je hebt aangemeten moet je telkens opnieuw zien vol te houden voor de buitenwereld. Raak je hierdoor vrienden kwijt? Ja, zeker! De vraag is dan echter of het wel echte vrienden zijn en ze eigenlijk bevriend met je waren omdat je jezelf en zij jou een bepaalde status hadden toegekend. Je past niet meer in hun box, als je wel maar in je eigen box past, toch?!
Je komt erachter dat er onder het ‘lijden & gehecht’ zijn eigenlijk angst zit. Een soort oer-angst voor afwijzing en tekort en als je dit nog verder vertaald naar angst voor dood of leven. Angst voor wat jij of anderen zouden zien in het licht, want in het donker hoef je niet te kijken en je niet bewust te worden van wat is.

Eigen gebouwde kooi

Angst: bang, dood, leven, oer-angst, schaamte, afleiding, buiten jezelf, gebrek aan liefde, slechte raadgever, spoken zien, onrealistisch, tekort, afwijzing, niet goed genoeg.

Angst voor verandering, terwijl het enige constante juist verandering is!
Het spreekt voor zich, als je mijn eerdere blogs gelezen hebt, dat ik hier ook doorheen ben gegaan. Niet gevrijwaard ben van deze programmering en oude patronen, maar ben er gaandeweg wel heel bewust van geworden ben. Zo bewust dat ik mezelf, onder begeleiding van een coach, ont-kooid heb. En geloof maar dat dit hard werken was en is, om uit die kooi te blijven en niet in mijn valkuil te trappen. Voor je het weet sta je weer met één been in die kooi of heb je weer een spijl van je kooi vast. Ik ben inmiddels in elk geval gehecht aan het buiten de kooi te verblijven, mezelf af te vragen of het verhaal dat ik mezelf vertel écht waar is of een hersenspinsel is. En tracht ik elke dag opnieuw oprecht eerlijk te zijn naar mezelf en vraag me telkens opnieuw af of het mij dient of niet, of dat ik de ander graag van dienst kan en wil zijn zonder iets terug te verwachten en het dus met oprechte liefde is of niet. In elk geval hebben mijn oude angsten plaats gemaakt voor liefde en ‘leid’ ik mijn leven.

You have projected onto yourself a world of your own imagination, based on memories, on desires and fears, and you have imprisoned yourself in it. Break the spell and be free!

-Sri Nisargadatta Maharaj