Tagarchief: liefde

(Herleefde) patronen & lessen

When I was young……..

Regelmatig dompel ik mezelf onder in een cocon, thuis of ergens waar ik me bijzonder ‘thuis’ voel. Soms voor korte duur en soms voor wat langere duur, als er zakelijke bijkomstigheden mee gecombineerd kunnen worden. Dit laatste was onlangs het geval.
Ik vertoefde in het prachtige Spanje, waar het normaal gesproken al bijna ‘zomer’ zou moeten zijn qua weer, maar in de praktijk dit jaar even iets anders lag. Dat kon de pret niet drukken natuurlijk, ik was allang blij daar in dat buitenland te kunnen vertoeven, samen met onze jongste hond Choco van 7 maanden.

Steevast neem ik dan mijn sjamanistische ‘tools’ mee om vuur rituelen en andere praktische dingen mee te doen. Want in de periode dat ik in het buitenland zou vertoeven, zou ik meerdere malen een volle, nieuwe en weer volle maan meemaken.
Manen en planeten die een bijzonder krachtige energie hebben op aarde en al het leven op aarde. Nota bene ook nog eens eclips seizoen.
De eerste volle maan was een eclips volle – bloemen – maan. Een superkrachtige maan die in het teken stond van ‘het schoonmaken van onze psychische kast’. Hiermee wil ik zeggen dat je ‘oude identiteiten van je af kon gooien’, of zoals ik altijd uitleg ‘verhalen die je jezelf verteld waarmee je je identificeert’. De gehechtheden van jezelf aan die verhalen én je innerlijke demonen onder ogen komen.

Nou dat heb ik geweten kan ik je zeggen. De week voorafgaand aan die volle – bloemen- maan én de week na deze krachtige maan. Die ook meteen onder invloed stond van een zogenoemde teruglopende fase van planeet Mercurius. Mercurius in teruglopende motie in het teken stier (staat voor ons waardesysteem, ons zelfvertrouwen/eigenwaarde en overlevingsstrategieën) staat voor minder denken en meer voelen.
In elk geval was er letterlijk én figuurlijk geen ontkomen aan. Alle oude programmeringen kwamen voorbij, mijn overlevingsstrategieën, en eigenwaarde/zelfvertrouwen. Zaken waar ik vanaf mijn 40e mee bezig ben, om me hiervan te ontkooien en te transformeren naar nieuwe verhalen, emoties, reacties, gedragingen, denkwijzen. Transformeren naar manieren die me helpen in positieve zin en ik kan excelleren en evolueren in plaats van te blijven hangen op de langspeelplaat van drama, herkauwen en dus lijden.

En ineens, onder deze (collectieve – wat heb jij ervan gevoeld?!) krachtige energie mocht ik allerlei oude stukken nog eens herleven alsof het opnieuw gebeurde op dit moment, mei 2023. In het begin dacht ik nog, ‘oh dit komt voorbij, prima laten we er eens voor gaan zitten en kijken wat het me wil zeggen’. Ik ontving het met open armen omdat ik wist dat dit weer mooie en bijzondere lessen zouden zijn die ik nu eens en vooral altijd uit mijn systeem kon bannen. Leuk?!

Nee, helemaal niet! Het werd van kwaad tot erger. Oude pijn van mijn opvoeding, ouders en voorouders: – niet mogen zijn wie ik wilde zijn – afwijzing – nooit goed genoeg zijn – falen – mezelf kastijden omdat ik het niet beter deed of kon – onzichtbaar (willen) zijn – altijd dienstbaar naar de ander ‘moeten’ zijn – mezelf wegcijferen – boosheid – frustratie – geen controle hebben en acteren alsof ik dat wel heb – denken in tekorten – mijn haat/liefde verhouding met geld – kinderachtige en dus onvolwassen gedragingen – het niet waard zijn – affectie van de buitenwereld willen – mezelf voeden met de buitenkant – beperken in mijn eigen vrijheid – slachtofferschap – het als kind geen arm om heen krijgen wanneer ik dat nodig had – niet gehoord of gezien worden – seksualiteit – overgave – veel ‘moeten’ van mezelf – het beter weten dan de ander en mezelf hierin opdringen naar de ander- . Alles kwam ik in een sneltrein tempo tegen. Een TGV die niet te tegen te houden was.

Terug in mijn kooi

Tegen beter weten in vocht ik er met man en macht tegen, raakte zo met de dag meer en meer gefrustreerder omdat ik van mezelf vond en dacht dat ‘deze onzin – shit’ nu toch eindelijk wel eens afgelopen moest zijn, want dit had ik toch allemaal al achter me gelaten?! Hoezo komt dit nu dan?! Ik wil dit niet! Maar ik kon het niet tegen houden, het kwam en het ging en wist totaal niet wat me allemaal overkwam. Mijn allerliefste lief wist niet helemaal wat hij ermee aan moest, zei ook ‘dit vind ik niet fijn’.
Gevoelsmatig wist ik dat ik hier gewoon doorheen moest, het er laten zijn en ernaar kijken en vooral de ander er niet mee lastig vallen. En toch waren er momenten dat de rust in mij gekeerd was en we samen gezellig zaten te eten en te genieten en er ineens iets ter sprake kwam en ik hierop reageerde vanuit een oud niet constructief patroon. Het was alsof ik iemand anders werd en er van een afstand naar keek hoe die iemand anders bits reageerde naar mijn lief. Mijn lief die wijselijk niets zei en keek als een botsauto, zo van ‘wat moet ik hier nu weer mee?!’ En gelijk had hij. Op het moment dat ik als het ware terug in mijn lichaam landde, kreeg ik de mogelijkheid om te herstellen van wat ik zo-even scheef gezet had. Helaas ging dit niet moeiteloos maar met horten en stoten. Ik begon mezelf in mijn hoofd boos toe te spreken ‘zie je nu wat je doet?! Is het gezellig en genieten jullie samen en dan ga jij een beetje de trut uithangen! Je verpest ook altijd alles!’

Beng, de ene klap van de zeep volgde de andere op. Dingen die ik, zoals eerder benoemd, als ‘gewond kind’ heel vroeger deed en zo ook reageerde. Er kwamen beelden terug van vroegere tijden met familie in België, voor mij gelukkige tijden tijdens een vechtscheiding van mijn ouders. Ik was altijd als vier handen op één buik met mijn oma, een oma die mij raakte in positieve zin, waar ik voor mijn gevoel gehoord en gezien werd en kon zijn wie ik wilde zijn. Er kwamen ook beelden voorbij van de lagere school, waar ik met een heel fijn gevoel op terug kijk, een soort van vrij onderwijs hetgeen heel wat was destijds. En toch kwamen de beelden van mijn vader die ons naar school bracht op weg naar zijn werk in Bemelen, en ik – zodra hij zijn rug keerde om in de auto te stappen – krijsend van het schoolplein afrende omdat ik terug mee wilde met mijn vader. Bang dat hij me weer vergat af te halen van school (en mijn moeder was ook al ‘gevlogen’), hetgeen gek genoeg ook nogal regelmatig voorkwam. We waren om kwart voor drie uit van school en bleven soms tot half vier wachten en als er dan nog niemand was liep ik met mijn broertje hand in hand langs een grote weg naar Bemelen. Een weg die ik op mijn duimpje kende. Ik was toen een jaar of zes/zeven en mijn broertje zat nog op de kleuterschool. Wat een pijn, wat een afwijzing, je niet belangrijk genoeg te voelen om op tijd van school afgehaald te worden.

Ik kreeg beelden door van mij en mijn handbalsport, ik moest en zou een talent zijn, doorbreken en uiteindelijk op het hoogste niveau (eerste divisie) spelen. Bloed, zweten tranen heeft dit gekost, keihard trainen en eigenlijk weten dat mijn handbal talent helemaal niet zo groot was maar mijn mentaal talent en doorzettingsvermogen – een never give up mentaliteit – er eentje was van een onvermurwbare stier. Hoorns erin en jé. Het zijn een aantal seizoenen geweest dat ik mocht aansluiten bij het eerste team, als bankzitter, en telkens de laatste vijf minuten mocht invallen. Nouja, in vijf minuten kun je echt niets laten zien, maar ik nam het op de koop toe want er zou en moment komen dat ik wel lang mocht spelen en de krant zou halen. En ja, ik heb met mijn sporttas door de gang en het kleedhok gegooid van frustratie om telkens die vijf minuten vlak voor tijd pas in te vallen of dat ik zelf vond dat ik goed speelde en er dan net weer uitgehaald werd. Pfffff maar ik overwon alles. Uiteindelijk heb ik acht seizoenen op eerste divisie niveau gespeeld, veelal in de basis.

Ik kreeg beelden van het opgeven van mijn eigen droom en die van een ander te leven. Mezelf volledig voor deze droom te geven, blindelings bijna. Ik werd er een ‘bitch’ van, telkens moeten vechten om gezien en erkend te worden, en steeds als ik dacht nu zien ze mij, zagen ze me nog niet of ‘hadden zij alles gedaan’ terwijl ik het werk verricht had. Het maakte me boos, gefrustreerd en misschien zelfs wel bitter. Later stevenden we af op een faillissement en zetten alles op alles om dit te voorkomen. Nóg harder werken, nóg meer doen, op vrijdag cash geld rondbrengen naar de leveranciers (klein naar binnen gaan en nog kleiner naar buiten komen, want het was nooit voldoende), het personeel nauwelijks nog kunnen betalen en salarissen in vier keer betalen om zo te te voldoen aan de verplichtingen. En daarna dan ook nog gewoon meehelpen in de bediening omdat we nauwelijks nog personeel wilden oproepen omdat we ze niet meer konden betalen. Het gevoel van alle poten onder je tafel vandaan gezaagd te krijgen, dweilen met de kraan open. Geen ‘bezit’ meer te hebben in materie, volledig gefaald te hebben, niet goed genoeg te zijn, niet hard genoeg gewerkt te hebben en ga zo maar door.
De pijn die dit met zich meebracht voelde ik nu tot in mijn lijf. Ik kreeg acuut spierpijn, pijn in de onderkant van mijn rug, een dikke opgezette buik uit het niets en een brok in de keel.

Allerlei lichamelijke symptomen die ik destijds niet kon rijmen maar nu des te meer. Een dikke opgezette buik uit het niets is de milt, die staat voor ‘hoe mild je met jezelf omgaat’. Niet dus, ik verweet mezelf van alles. Spierpijn van teveel spanning in de spieren maar vooral de mentale stress die hiermee gemoeid was. Een brok in de keel, die staat voor angst (in het communicatie centrum-keel), een zeurende pijn in de onder rug, dat je je nauwelijks meer flexibel kunt bewegen, met andere woorden jezelf ontzetten klem zetten. En nog een stapje verder, de psoas – de spier van de ziel. De psoas is eigenlijk de boodschapper in het lichaam die signaleert wat coherent is en wat niet, wat heel is en wat beschadigd is, wat veilig en onveilig is en communiceert als boodschapper tussen zowel verlangen tot overleven als onze wens echt te gedijen. Een gezonde psoas is vloeibaar, soepel, veerkrachtig en sappig als een malse biefstuk. De psoas geeft dus richting aan angst (overleving) én aan plezier (gedijen). Je kunt je wellicht voorstellen dat er aan al mijn beelden die voorbij kwamen in een notendop, weinig plezier me gemoeid was en des te meer overleving (angst), met alle stresshormonen die er ook nog eens bij kwamen kijken om het lichaam nog meer uit te putten. Eigenlijk het lichaam te waarschuwen dat mijn geest moest luisteren. Een mooie spreuk is dat als je leert naar je lichaam te luisteren dat het lichaam niet zo hard hoeft te schreeuwen. De uitgeputte boodschapper, de psoas, was op sterven na dood, en gaf me juist die ontzettend zeurende onder rugpijn die mij elke minuut herinnerde hoe ik destijds (en soms, heel soms nog) met mezelf omging.

Kortom ik heb jarenlang niet naar mijn lichaam geluisterd en altijd maar meer uitgeput. Uit laten putten door enerzijds mijn overactieve geest en anderzijds door mijn vechters en doorzettings mentaliteit. Daarbij ook nog eens roofbouw pleegde door er intensief bij te sporten, lekker voor het leegmaken van de geest, maar wel weer een aanslag op mijn lichaam. Waar ik mij nu overigens zielsgelukkig mee mag prijzen met de kracht die het heeft en me nog steeds overal heenbrengt.
En nu opnieuw kwamen al die beelden voorbij als een film, een rollercoaster die ik amper bij kon houden. Echter de film ging sneller dan de pijn die ik erbij voelde. De lichamelijke pijn was zó intens aanwezig en tegelijk leek de pijn van iemand anders te zijn. Alsof ik het kon ervaren, aan de levende lijve kon ondervinden en tegelijkertijd leek alsof iemand anders die pijn had en ik ernaar moest blijven kijken.

Twee harde, mooie, intense, pijnlijke, bijna idioot te noemen weken gingen voorbij tot het moment kort na nieuwe maan. Een nieuwe maan in stier die staat oa voor overvloed.
Ik zat er werkelijk helemaal doorheen, ging op een bedje buiten in de zon liggen en lag daar met de ziel onder de arm. Ik voelde me nietsnuttig, down, compleet uit het veld geslagen, de tranen prikten in mijn ogen. Oude gedachten van tijdens mijn burn-out kwamen omhoog dat het leven zo geen zin had, ik toch niets goed kon doen en het beter was niet meer te leven. Zelfmedelijden en slachtofferschap ten top. Vervolgens begon mijn hond ontzettend hard te blaffen, het leek alsof hij zichzelf moed aan het ‘inblaffen’ was om in het water te springen, de sprong te wagen. Meteen verscheen er weer een beeld van mij vroeger: het altijd maar agressief reageren, alsof ik kritiek kreeg (ik interpreteerde vroeger vaak alles als persoonlijke kritiek), naar anderen. Vooral naar mijn dierbaren. Het spreekwoord ‘blaffende honden bijten niet’, maar zorgen wel voor veel (oorverdovend) lawaai. Ik zag mezelf terug in mijn hond en barstte in huilen uit, de tranen waren niet meer te stoppen. Als een zwaar gewond monster lag ik te huilen, de tranen liepen over mijn wangen en veroorzaakte nog net geen rivier naar de nabij gelegen zee. Voor ik het in de gaten had sprong mijn hond half bovenop mij, begon met te duwen met zijn neus, zachtjes te bijten en te snuffelen en liet duidelijk blijken zich geen raad te weten met mijn verdriet. Hij kwam me troosten en kroop tegen me aan, ik pakte hem eens goed vast en liet mijn waterlanders lopen totdat hij me aankeek en leek te willen zeggen ‘als je weer oké bent dan wil ik zwemmen, ga je mee?’

Choco wil zwemmen

We zijn samen gaan zwemmen en heb mijn tranen weggewassen in het frisse water.
Daarna heb ik al mijn moed verzameld en heb pen en papier gepakt en opgeschreven waar ik dankbaar voor ben en welke wensen en intenties ik heb. Vervolgens heb ik er een mooi vuur ritueel van gemaakt en heb mijn dankbaarheid en wensen terug gegeven aan het vuur en het universum.

Een dag later was mijn lage onder rugpijn nagenoeg verdwenen en stond ik fris en fruitig en monter op, strekte mezelf uit en liep op blote voeten naar buiten. De dag tegemoet tredend, en zei tegen mezelf en wie het horen wilde ‘vanaf vandaag wordt alles anders’.

En het werd anders, al die oude patronen, ermee gemoeide verhalen, pijnen en emoties zijn als sneeuw voor de zon verdwenen. De hele film, rollercoaster was voorbij, dik twee weken samen gevat en herleefd van een jaar of veertig ‘overleven’.

Opnieuw bevrijd uit mijn eigen kooi

Opnieuw een bevrijding en weer een stap verder in het voortdurende proces van ontkooien. Ik blijf het zeggen: ‘ontkooien vergt moed, doorzettingsvermogen en volharding.’

Steeds als je denkt dat je er bijna bent, dan ben er je nóg net niet. Ik denk dat je er pas bent als je uiteindelijk tussen zes planken ligt en tot die tijd is er gewoon werk aan de winkel, je eigen winkel welteverstaan.

Was het leuk? NEE! Was het leerzaam? JA! Wat heb ik dan geleerd? Ik heb geleerd en gezien hoe ik al die jaren van overleven heb doorlopen, wat ik toen deed, hoe ik reageerde, waarom ik zo reageerde, wat ik mezelf aandeed en liet aandoen, hoe ik mezelf van het pad af hield en liet houden, welke verhalen ik heel lang herkauwd heb, hoe ik gehecht was aan lijden, hoe ik mezelf belemmerde en ga zo maar door. En er is maar één conclusie: dat wil ik NOOIT meer! Dit was nergens voor nodig, zinloos en zelfs ziekmakend. Dit wist ik allemaal al, maar blijkbaar vond het universum het nodig dat ik het nogmaals zou ervaren en voelen opdat ik het dan nu toch eindelijk écht achter me zou kunnen laten. Deze deur gaat dicht en nu gaan er nieuwe deuren open.

Wat heeft het me gebracht? Enorme (harde) lessen, een ander perspectief, de regie weer nemen over mijn eigen leven, uit het slachtofferschap stappen en verantwoordelijkheid nemen voor mezelf, dat ik goed genoeg ben zoals ik ben, dat ik vooral mag en kan doen wat ík wil en dat iedereen daar iets van mag vinden en dan vooral naar de politie mag brengen want wat een ander vindt is niet van mij. Dat ik mij gelukkig mag prijzen met een krachtige geest én lichaam dat mij nooit in de steek laat, dat ik dus mijn lichaam mag koesteren als mijn allergrootste liefde. Dat het belichamen van alles wat op je pad komt je terugbrengt naar je kern, je ‘zijn’.
Dat ik dankbaar ben voor hoe ver ik gekomen ben, dankbaar ben voor alles dat ‘is’.

Dat liefde ALTIJD hét antwoord is.

Dat het pad niet altijd over rozen gaat, zeker niet wanneer je jezelf telkens laat afleiden van je pad. Echter wanneer je (tijdelijk) andere zijwegen bewandeld van dat pad, je miraculeuze dingen meemaakt en prachtige levenslessen ervaart en leert die je uiteindelijk toch weer terug op je pad brengen, zoals het ooit de bedoeling was.

Dagen na mijn turbulente herbeleving maakte ik op een ochtend een prachtige wandeling met Choco, een wandeling met een prachtige gewaarwording ter afsluiting van deze innerlijke reis. Dit pad, dat we samen onbewust kozen, door een oude droogstaande rivierbedding, bleek een mooie weerspiegeling van al die zijwegen die ik ooit maakte.

Smal, obstakels en weinig zij-zicht, tunnelvisie
Hobbelig, uitdagend, vol met obstakels
Het eigenlijke pad

Het volgende nummer viel mij toe tijdens deze wandeling:

He aint heavy he’s my brother- Hollies

The road is long, with many a winding turn
that leads us to who knows where, who knows where
But I’m strong
Strong enough to carry him, he ain’t heavy, he’s my brother

So on we go, his welfare is of my concern
no burden is he to bear
We’ll get there

For I know, he would not encumber me
he ain’t heavy, he’s my brother

If I’m laden at all, I’m laden with sadness, that everyone’s heart
Isn’t filled with the gladness
of love for one another

It’s a long, long road, from which there is no return
while we’re on the way to here
Why not share

And the load, doesn’t weigh me down at all
he ain’t heavy, he’s my brother

He’s my brother
he ain’t heavy, he’s my brother
he ain’t heavy, he’s my brother

https://www.kaatjejansen.com

Liefde

Vandaag is het Valentijnsdag, de dag van de liefde. Prachtig dat de liefde gevierd wordt en altijd fijn om een lief kaartje en/of cadeautje te mogen ontvangen van je geliefde. Echter wat mij betreft mag de liefde elke dag opnieuw gevierd worden, want waar zouden we zijn zonder liefde??
Liefde is oneindig, liefde kent geen tegenstellingen, liefde heeft genoeg aan zichzelf. En liefde heeft geen bewijs nodig, maar is een voortdurende overgave. Liefde is geen ééndagsvlieg en heeft geen commercie nodig in deze wereld van overconsumptie (waar ik me ook schuldbewust van ben, ik ben niet heiliger dan de paus).
Mij is het, dankzij dit vreemde en bedenkelijke corona tijdperk, nóg duidelijker geworden dat liefde het anker van het leven is. Dat een klein gebaar, behulpzaam zijn, compassie hebben met de ander, een blik, een omhelzing, een aanraking een wereld van verschil kan maken en een absolute intentie van liefde is. Ook wanneer of ondanks dat een overheid dit verbiedt, want het moet niet gekker worden. LIEFDE OVERWINT ALTIJD!

Misschien mag vandaag, 14-2-21 Valentijnsdag, de eerste dag zijn om een begin te maken voor een liefdevollere kijk op jezelf, je omgeving en de wereld?
Wie en wat heb je allemaal lief? Dat kan uiteenlopen van materie tot levende wezens. Nee, niet alleen je partner of (on)bereikbare liefde zoals Valentijn doet geloven. Maar ook de liefde voor jezelf, je ouders, je voorouders, je (klein)kinderen, je huisdier(en), je familie, de mens an sich, de planten en de bomen, de zon, de maan en de sterren en zelfs schelpen en stenen. De mensen en dieren die je hebt leren kennen tijdens je reizen aan de andere kant van de wereld, de liefde voor de mooiste plekjes waar je geweest bent of de liefde voor je herinneringen. En misschien wel de liefde voor je eigen lichaam, waar vaak spastisch over gedaan wordt. Maar misschien heeft jouw lichaam wel een heel erge en enge ziekte doen overwinnen en voel je meer liefde voor je sterke lichaam dan ooit tevoren. Of je hebt de dood in de ogen gekeken en ken je het leven daardoor overweldige liefde toe. Elk verhaal kent zijn eigen waarheid, met de liefde als anker.

Zo kwam ik al heel vroeg, als pasgeborene, in aanraking met liefde. Liefde voor de borsten van mijn moeder, want daar kwam mijn voedsel uit en werd mijn honger mee gestild. Mijn eerste levensbehoefte, voedsel, had als anker liefde. Daarna volgde de liefde voor mijn moeder en niet veel later ook de liefde voor mijn vader. Een cliché volgorde, mijn moeder was tenslotte de eerste die mij verzorgde, waar mijn vader af en toe een hand hulp aan bijdroeg. Over de hoeveelheid zorg en wanneer, zijn de meningen van mijn ouders nog altijd verdeeld haha. Mijn vader denkt nog steeds dat hij veel meer deed dan mijn moeder zich ooit zal herinneren. Vooral mijn poepluiers verving mijn vader ‘s nachts, zegt hij. Ik ken mijn vader een beetje en denk er het mijne van.
Na 1,5 jaar kwam mijn broer ter wereld en werd geacht dat ik daar ook liefde voor voelde. Dat was een pijnlijke, want dat voelde ik niet (zeggen mijn ouders). Ik vond de komst van mijn broer allerminst leuk omdat ik de aandacht en liefde van mijn ouders met hem moest delen en ik wilde toen niet delen.
Toen ik 6 jaar oud was besloot mijn moeder om weg te gaan, te gaan scheiden en klapte de ouderlijke liefde als een zeepbel uit elkaar. Dat was het moment dat liefde verwarrend werd voor mij, liefde niet oneindig leek en grenzen leek te hebben. Het gevoel te moeten kiezen tussen twee ouders en het dus leek alsof ik voor de één meer liefde had als voor de ander.
Het werd nog erger toen mijn broer en ik, samen met mijn moeder, in een kraakpand in de straat van de toenmalige Mabi bioscoop in Maastricht terecht kwamen. Daar dacht mijn moeder “dit wens ik niet voor mijn kinderen” en bracht ons terug naar Geulhem, naar mijn vader. Ze zou ons weer volledig “terugnemen” als zij haar leven en woning weer op orde had, tot dan gingen we om het weekend naar haar.
Mijn vader had een drukke en belangrijke baan, geen 9-17 uur baan, en was heel veel weg. Waar haalden wij de liefde dan vandaan? Ik heb geen idee, ik weet wel dat mijn broer en ik elkaar het leven zuur maakten zodat we mijn vader op zijn werk konden bellen en dan gingen klagen. Dan kregen we aandacht en zo werd er een liefdevol patroon ontwikkelt wat jaren doorging. Alleen als we moesten sporten, en ik deed nogal wat tegelijkertijd (voetbal, handbal, tennis en in de winter skiën), dan had mijn vader volle aandacht voor ons en reed ons van voetbalveld naar sporthal en tennisbaan. Daar heeft zich mijn liefde voor de sport ontwikkelt. Sport stond synoniem voor liefde van mijn vader.
En dus wilde ik overal de beste in zijn, altijd winnen en zoveel mogelijk sporten kunnen zodat de liefde van mijn vader nog groter werd en misschien toch zelfs wel oneindig?

Mijn moeders liefde was, nu achteraf bezien, al oneindig en onvoorwaardelijk. Geduldig, zorgzaam en altijd liefdevol, maar dat wilden we niet zien of konden we toen nog niet zien. Uiteraard is de liefde van mijn vader ook onvoorwaardelijk en oneindig, ook al vult hij die op een andere manier. Het anker van beide ouders is liefde, elk met een andere invulling.
Ik kreeg er zelfs op mijn twaalfde (via mijn moeder) nog twee hele lieve (half)zussen en een (half)broer bij, waarvoor ik dankbaar ben en heel veel liefde voel. Waarvan ik “half”-zus/broer een ontzettend stom woord of omschrijving vind. Ze zijn niet half maar heel en ik voel zeker niet minder liefde voor hen dan voor mijn zogenaamde “hele” broer, waar ik dan zogezegd maar een halve relatie mee heb. De woordspeling ter zijde.

Mijn liefde voor de natuur en het boven natuurlijke (zoals sommige het omschrijven) was er al op jonge leeftijd en wanen mij in moeilijkere tijden nog steeds terug aan herinneringen van toen. Zo was ik als zes of zevenjarige (of misschien toch iets jonger, ik weet het niet meer) het meest gelukkig als ik op de “hei” in Waasmunster (België-mijn roots) was. Mijn ene tante en Peetoom woonde aan de ene kant van de hei (grasveld in bosrijke omgeving) en een andere oom en tante woonde aan de andere kant van deze hei. Ik zie mezelf nog steeds rennen door het gras met een big smile op mijn gezicht. Spelend in het gras, samen met neven en nichten, of fietsend door de bosrijke omgeving. Waanzinnig vond ik dat. Ik pakte dan de fiets en ging er alleen op uit. En mijn lievelingsnicht had er een soort van speel-poppenhuis op die hei staan waar je zelfs in kon slapen. Hetgeen ik daar dan ook regelmatig deed, het liefst samen met haar.
Fascinerend vond ik de bomen, het gras en de planten, vooral de bloeiende versies. Zoveel pracht en praal, dat alleen maar liefde kon uitbeelden en uitdrukken.

Wat een aanleiding van het woord liefde al niet doet. Tal van herinneringen en beelden komen boven.

Ziggy & Mokka ❤️

Mijn dieren liefde stamt ook uit die zelfde tijd. We hadden heel vroeger kippen en een haan. En een hond, een Duitse Staande korthaar, Nascha. Daarna 2 katten (ter compensatie van de afwezigheid van mijn moeder, grapje he), een grijsgestreepte kat van mijn broer (Brammetje) en een zwarte kat met witte pootjes van mij (Saartje). En samen kregen ze plots 8 kittens op het dekbed van mijn broer. Hilarisch. Op de lagere school hielden we met ons allen een cavia, Pumpie genaamd, die we om beurten tijdens weekenden en schoolvakanties mee naar huis mochten nemen om liefdevol voor te zorgen. Na die cavia die af en toe ten tonele verscheen, volgde 2 witte muizen en een witte hamster. Die laatste werd opgegeten door de hond. En ook vissen passeerde de revue in huize Jansen. Gevolgd door tal van konijnen, met binnen en buiten hok. Uit het buiten hok werd het konijn gestolen, dachten wij. Tot we het lijf van het konijn vonden, maar het hoofd niet. Waarschijnlijk was de boosdoener een marter. Dat was het einde van het tijdperk van allerlei huisdieren.
Mijn grote liefde voor het dierenrijk bleek later toch de hond te zijn. Getrouwd, huisje boompje én beestje. Heel cliché. Het werd een chocoladebruine labrador, Lubbes. De dag dat ik trouwde was dit de extra liefdevolle aanwezige pup. Een stronteigenwijs mannetje dat graag zichzelf uitliet en tegelijkertijd netjes aan de riem naast me op de fiets kon meerennen. Mijn hart verscheurde dan ook toen we hem moesten laten inslapen, want hij had een tumor. Boven in de wei van onze tuin hebben we hem begraven. De pas één jaar oude tweede hond (witte labrador), Ziggy was diepbedroefd en zat als een wolf te huilen naast het graf van Lubbes. Ze was de weg kwijt.
Gelukkig was Ziggy net zo welkom als mijn twee kinderen, in het nieuwe thuis bij mijn lief bijna 6 jaar geleden. Mijn lief vond Ziggy alleen wat braaf en traag, hij hield meer van een pittige hond. Dus, zo gezegd zo gedaan.
Doordat we in de tussentijd een tijdelijke opvang waren voor een Duitse herder langhaar pup van Surinaamse vrienden, vonden we samen de liefde voor de Duitse herder langhaar. Moka (1.0) vertrok naar haar baasje in Suriname. De naam Moka ontstond uit Mo van Monique (dochter baasje Suriname, zowel Monique als Moka 1.0 waren op 14 maart geboren) en Ka van Kaatje (ik zei de gek), oppas moeder van de Duitse herder. Zo had zijn Surinaamse baasje besloten. Dus gingen wij op zoek naar een Duitse herder langhaar. De laatste pup in het Belgische nest, maar de eerste pup die naar mij toe snelde. Het was liefde op het eerste gezicht! Zo werd Mokka 2.0 (we vonden het zo’n leuke naam) welkom geheten. Ziggy was mijn allerbeste en allerliefste vriendin. Ik kon lezen en schrijven met haar, zelfs praten met haar. Ze begreep me. Zo moest ze niets hebben van pup Mokka in het begin, totdat ik met haar sprak en vroeg of ze me kon helpen met de opvoeding van Mokka. En jawel hoor vanaf toen deed ze Mokka alles voor, wees haar terecht daar waar nodig en werden ze dikke maatjes. Helaas bleek ook Ziggy een tumor te hebben en hebben we haar bijna exact een jaar geleden (18-2-2020) moeten laten inslapen, ze was 14 jaar. De ene dochter in Amerika die nog van niets wist en de andere bij haar vader, via FaceTime. Tranen met tuiten hebben we gelaten en geknuffeld tot ze haar laatste adem uitblies. Sindsdien zijn Mokka en ik bijna onafscheidelijk, ook met haar kan ik lezen en schrijven. Lijkt ze vreselijk op haar twee “baasjes”, slim, energiek én heel lui, lief, ongeduldig, soms lomp, groot uithoudingsvermogen, een snoepkont (zeg “ frieten” en haar oren zijn gespitst en de zever loopt uit haar mond). En dan heb ik het nog niet over kaas, als alleen al de kaas in de verpakking uit de koelkast wordt gehaald sprint ze naar de keuken en gaat braaf zitten wachten totdat er kaas van het aanrecht afvalt. Zo heeft Mokka een grote liefde voor kaas (en frieten, ja dat is heel slecht voor een hond, net zo slecht als voor ons zelf, daarom eten we dit ook maar weinig).

Net zoals liefde oneindig is, kan ik ook oneindig vertellen over mijn liefdes en raak ik er niet over uitgepraat.
Mijn ontzettende grote liefde voor de sneeuw bijvoorbeeld (graag in combinatie met skiën), die sneeuwvlokken zijn magisch. Zodra er sneeuw uit de lucht komt gevallen die ook blijft liggen trek ik mijn ski broek aan om buiten in de sneeuw te rollen, te spelen etc. Zelfs mijn kinderen en Mokka hebben deze liefde overgenomen. Als het sneeuwt (wanneer deze blijft liggen) dan kan ik alles uit mijn handen laten vallen omdat de drang van naar buiten moeten gaan zo groot wordt…..dan ben ik niet meer te houden. Zelfs op blote voeten trotseer ik de sneeuw, heerlijk!
Mijn even zo grote liefde voor de zon en warme oorden of in combinatie met de sneeuw (het ideale plaatje). Doe mij maar >25 graden, heerlijk! Onder de 25 graden laten de krekels niet meer van zich horen en is het moment dat ik het al “frisser” vind, zo vertaalt mijn lief dit.

Weet je nog Natalie?!

De tomeloze liefde voor reizen! Het ontdekken van allerlei prachtige en magische plekken, andere culturen, mensen, uitzichten en ervaringen die ermee gepaard gaan. Ik kan me onderdompelen in de magie van reizen en andere culturen, hetgeen veelal voelt als thuiskomen. De pracht en praal aan natuur tijdens deze reizen, het contact met de natuur én plaatselijke bevolking en fauna. I LOVE IT! De voorliefde voor Spaanstalige landen, het ligt zo lekker in het gehoor, heeft iets zwoels, subtropisch, iets zachts en tovert ogenblikkelijk een brede glimlach op mijn gezicht als ik ook maar één woord Spaans hoor. Derrite mi corazón, het doet mijn hart smelten. Spaans eten, Spaanse tegels (Gaudi), de Indianen in Zuid-Amerika. De indianen daar hebben natuurlijk hun eigen inheemse taal maar veelal is de landelijke voertaal Spaans. En ja mijn liefde voor de Indianen cultuur, waar ik eerder over schreef.

Liefde voor muziek, waar ik ook eerder over schreef. Net zoals liefde voor mezelf en liefde voor mijn sterke constitutie, mijn lichaam dat tot heel veel in staat is en ik derhalve koester.
Liefde die ik voel als ik de kerk op het Onze Lieve Vrouweplein binnen loop, de energie die daar hangt -wauw! De Dominicanenkerk, waar een boekhandel in gevestigd is. Daar kan ik uren vertoeven, boeken inkijken, wat drinken, mijmeren, heerlijk!
De liefde voor het “boven natuurlijke”; de zon, de maan, de sterren, het universum. Toeval bestaat niet, dat is synchroniciteit, boodschappen uit het onzichtbare, dat alles energie is, dat alles gebeurt om een reden. Om lessen te leren. De mystiek, romantiek, verliefd zijn op de liefde zelf.

De liefde voor lekker eten, voor feestje met vrienden en familie, liefde voor schrijven, mijn werk als natuurcoach en anderen te helpen, liefde voor vergezichten, zons- op en ondergang, auto rijden (met als heimelijk genoegen – niet ecologisch en slecht voor de natuur – hard rijden (in mijn vorig leven was ik F1 coureur geloof ik) en mijn liefde voor intimiteit en het hele leven, of kan ik nog meer opnoemen? Natuurlijk mijn onvoorwaardelijke liefde voor mijn kinderen, mijn ouders, grootouders, vrienden én de mannelijke liefdes in mijn leven. Daar wijd ik een aparte blog aan, dus nog even geduld. Anders wordt deze blog nóg langer.

Want aan de liefde komt gewoonweg geen einde.

Sta jij wel eens stil bij alle liefdes in jouw leven?! Je mag ze altijd met me delen, ik ben nieuwsgierig.