Tagarchief: lijden

(Herleefde) patronen & lessen

When I was young……..

Regelmatig dompel ik mezelf onder in een cocon, thuis of ergens waar ik me bijzonder ‘thuis’ voel. Soms voor korte duur en soms voor wat langere duur, als er zakelijke bijkomstigheden mee gecombineerd kunnen worden. Dit laatste was onlangs het geval.
Ik vertoefde in het prachtige Spanje, waar het normaal gesproken al bijna ‘zomer’ zou moeten zijn qua weer, maar in de praktijk dit jaar even iets anders lag. Dat kon de pret niet drukken natuurlijk, ik was allang blij daar in dat buitenland te kunnen vertoeven, samen met onze jongste hond Choco van 7 maanden.

Steevast neem ik dan mijn sjamanistische ‘tools’ mee om vuur rituelen en andere praktische dingen mee te doen. Want in de periode dat ik in het buitenland zou vertoeven, zou ik meerdere malen een volle, nieuwe en weer volle maan meemaken.
Manen en planeten die een bijzonder krachtige energie hebben op aarde en al het leven op aarde. Nota bene ook nog eens eclips seizoen.
De eerste volle maan was een eclips volle – bloemen – maan. Een superkrachtige maan die in het teken stond van ‘het schoonmaken van onze psychische kast’. Hiermee wil ik zeggen dat je ‘oude identiteiten van je af kon gooien’, of zoals ik altijd uitleg ‘verhalen die je jezelf verteld waarmee je je identificeert’. De gehechtheden van jezelf aan die verhalen én je innerlijke demonen onder ogen komen.

Nou dat heb ik geweten kan ik je zeggen. De week voorafgaand aan die volle – bloemen- maan én de week na deze krachtige maan. Die ook meteen onder invloed stond van een zogenoemde teruglopende fase van planeet Mercurius. Mercurius in teruglopende motie in het teken stier (staat voor ons waardesysteem, ons zelfvertrouwen/eigenwaarde en overlevingsstrategieën) staat voor minder denken en meer voelen.
In elk geval was er letterlijk én figuurlijk geen ontkomen aan. Alle oude programmeringen kwamen voorbij, mijn overlevingsstrategieën, en eigenwaarde/zelfvertrouwen. Zaken waar ik vanaf mijn 40e mee bezig ben, om me hiervan te ontkooien en te transformeren naar nieuwe verhalen, emoties, reacties, gedragingen, denkwijzen. Transformeren naar manieren die me helpen in positieve zin en ik kan excelleren en evolueren in plaats van te blijven hangen op de langspeelplaat van drama, herkauwen en dus lijden.

En ineens, onder deze (collectieve – wat heb jij ervan gevoeld?!) krachtige energie mocht ik allerlei oude stukken nog eens herleven alsof het opnieuw gebeurde op dit moment, mei 2023. In het begin dacht ik nog, ‘oh dit komt voorbij, prima laten we er eens voor gaan zitten en kijken wat het me wil zeggen’. Ik ontving het met open armen omdat ik wist dat dit weer mooie en bijzondere lessen zouden zijn die ik nu eens en vooral altijd uit mijn systeem kon bannen. Leuk?!

Nee, helemaal niet! Het werd van kwaad tot erger. Oude pijn van mijn opvoeding, ouders en voorouders: – niet mogen zijn wie ik wilde zijn – afwijzing – nooit goed genoeg zijn – falen – mezelf kastijden omdat ik het niet beter deed of kon – onzichtbaar (willen) zijn – altijd dienstbaar naar de ander ‘moeten’ zijn – mezelf wegcijferen – boosheid – frustratie – geen controle hebben en acteren alsof ik dat wel heb – denken in tekorten – mijn haat/liefde verhouding met geld – kinderachtige en dus onvolwassen gedragingen – het niet waard zijn – affectie van de buitenwereld willen – mezelf voeden met de buitenkant – beperken in mijn eigen vrijheid – slachtofferschap – het als kind geen arm om heen krijgen wanneer ik dat nodig had – niet gehoord of gezien worden – seksualiteit – overgave – veel ‘moeten’ van mezelf – het beter weten dan de ander en mezelf hierin opdringen naar de ander- . Alles kwam ik in een sneltrein tempo tegen. Een TGV die niet te tegen te houden was.

Terug in mijn kooi

Tegen beter weten in vocht ik er met man en macht tegen, raakte zo met de dag meer en meer gefrustreerder omdat ik van mezelf vond en dacht dat ‘deze onzin – shit’ nu toch eindelijk wel eens afgelopen moest zijn, want dit had ik toch allemaal al achter me gelaten?! Hoezo komt dit nu dan?! Ik wil dit niet! Maar ik kon het niet tegen houden, het kwam en het ging en wist totaal niet wat me allemaal overkwam. Mijn allerliefste lief wist niet helemaal wat hij ermee aan moest, zei ook ‘dit vind ik niet fijn’.
Gevoelsmatig wist ik dat ik hier gewoon doorheen moest, het er laten zijn en ernaar kijken en vooral de ander er niet mee lastig vallen. En toch waren er momenten dat de rust in mij gekeerd was en we samen gezellig zaten te eten en te genieten en er ineens iets ter sprake kwam en ik hierop reageerde vanuit een oud niet constructief patroon. Het was alsof ik iemand anders werd en er van een afstand naar keek hoe die iemand anders bits reageerde naar mijn lief. Mijn lief die wijselijk niets zei en keek als een botsauto, zo van ‘wat moet ik hier nu weer mee?!’ En gelijk had hij. Op het moment dat ik als het ware terug in mijn lichaam landde, kreeg ik de mogelijkheid om te herstellen van wat ik zo-even scheef gezet had. Helaas ging dit niet moeiteloos maar met horten en stoten. Ik begon mezelf in mijn hoofd boos toe te spreken ‘zie je nu wat je doet?! Is het gezellig en genieten jullie samen en dan ga jij een beetje de trut uithangen! Je verpest ook altijd alles!’

Beng, de ene klap van de zeep volgde de andere op. Dingen die ik, zoals eerder benoemd, als ‘gewond kind’ heel vroeger deed en zo ook reageerde. Er kwamen beelden terug van vroegere tijden met familie in België, voor mij gelukkige tijden tijdens een vechtscheiding van mijn ouders. Ik was altijd als vier handen op één buik met mijn oma, een oma die mij raakte in positieve zin, waar ik voor mijn gevoel gehoord en gezien werd en kon zijn wie ik wilde zijn. Er kwamen ook beelden voorbij van de lagere school, waar ik met een heel fijn gevoel op terug kijk, een soort van vrij onderwijs hetgeen heel wat was destijds. En toch kwamen de beelden van mijn vader die ons naar school bracht op weg naar zijn werk in Bemelen, en ik – zodra hij zijn rug keerde om in de auto te stappen – krijsend van het schoolplein afrende omdat ik terug mee wilde met mijn vader. Bang dat hij me weer vergat af te halen van school (en mijn moeder was ook al ‘gevlogen’), hetgeen gek genoeg ook nogal regelmatig voorkwam. We waren om kwart voor drie uit van school en bleven soms tot half vier wachten en als er dan nog niemand was liep ik met mijn broertje hand in hand langs een grote weg naar Bemelen. Een weg die ik op mijn duimpje kende. Ik was toen een jaar of zes/zeven en mijn broertje zat nog op de kleuterschool. Wat een pijn, wat een afwijzing, je niet belangrijk genoeg te voelen om op tijd van school afgehaald te worden.

Ik kreeg beelden door van mij en mijn handbalsport, ik moest en zou een talent zijn, doorbreken en uiteindelijk op het hoogste niveau (eerste divisie) spelen. Bloed, zweten tranen heeft dit gekost, keihard trainen en eigenlijk weten dat mijn handbal talent helemaal niet zo groot was maar mijn mentaal talent en doorzettingsvermogen – een never give up mentaliteit – er eentje was van een onvermurwbare stier. Hoorns erin en jé. Het zijn een aantal seizoenen geweest dat ik mocht aansluiten bij het eerste team, als bankzitter, en telkens de laatste vijf minuten mocht invallen. Nouja, in vijf minuten kun je echt niets laten zien, maar ik nam het op de koop toe want er zou en moment komen dat ik wel lang mocht spelen en de krant zou halen. En ja, ik heb met mijn sporttas door de gang en het kleedhok gegooid van frustratie om telkens die vijf minuten vlak voor tijd pas in te vallen of dat ik zelf vond dat ik goed speelde en er dan net weer uitgehaald werd. Pfffff maar ik overwon alles. Uiteindelijk heb ik acht seizoenen op eerste divisie niveau gespeeld, veelal in de basis.

Ik kreeg beelden van het opgeven van mijn eigen droom en die van een ander te leven. Mezelf volledig voor deze droom te geven, blindelings bijna. Ik werd er een ‘bitch’ van, telkens moeten vechten om gezien en erkend te worden, en steeds als ik dacht nu zien ze mij, zagen ze me nog niet of ‘hadden zij alles gedaan’ terwijl ik het werk verricht had. Het maakte me boos, gefrustreerd en misschien zelfs wel bitter. Later stevenden we af op een faillissement en zetten alles op alles om dit te voorkomen. Nóg harder werken, nóg meer doen, op vrijdag cash geld rondbrengen naar de leveranciers (klein naar binnen gaan en nog kleiner naar buiten komen, want het was nooit voldoende), het personeel nauwelijks nog kunnen betalen en salarissen in vier keer betalen om zo te te voldoen aan de verplichtingen. En daarna dan ook nog gewoon meehelpen in de bediening omdat we nauwelijks nog personeel wilden oproepen omdat we ze niet meer konden betalen. Het gevoel van alle poten onder je tafel vandaan gezaagd te krijgen, dweilen met de kraan open. Geen ‘bezit’ meer te hebben in materie, volledig gefaald te hebben, niet goed genoeg te zijn, niet hard genoeg gewerkt te hebben en ga zo maar door.
De pijn die dit met zich meebracht voelde ik nu tot in mijn lijf. Ik kreeg acuut spierpijn, pijn in de onderkant van mijn rug, een dikke opgezette buik uit het niets en een brok in de keel.

Allerlei lichamelijke symptomen die ik destijds niet kon rijmen maar nu des te meer. Een dikke opgezette buik uit het niets is de milt, die staat voor ‘hoe mild je met jezelf omgaat’. Niet dus, ik verweet mezelf van alles. Spierpijn van teveel spanning in de spieren maar vooral de mentale stress die hiermee gemoeid was. Een brok in de keel, die staat voor angst (in het communicatie centrum-keel), een zeurende pijn in de onder rug, dat je je nauwelijks meer flexibel kunt bewegen, met andere woorden jezelf ontzetten klem zetten. En nog een stapje verder, de psoas – de spier van de ziel. De psoas is eigenlijk de boodschapper in het lichaam die signaleert wat coherent is en wat niet, wat heel is en wat beschadigd is, wat veilig en onveilig is en communiceert als boodschapper tussen zowel verlangen tot overleven als onze wens echt te gedijen. Een gezonde psoas is vloeibaar, soepel, veerkrachtig en sappig als een malse biefstuk. De psoas geeft dus richting aan angst (overleving) én aan plezier (gedijen). Je kunt je wellicht voorstellen dat er aan al mijn beelden die voorbij kwamen in een notendop, weinig plezier me gemoeid was en des te meer overleving (angst), met alle stresshormonen die er ook nog eens bij kwamen kijken om het lichaam nog meer uit te putten. Eigenlijk het lichaam te waarschuwen dat mijn geest moest luisteren. Een mooie spreuk is dat als je leert naar je lichaam te luisteren dat het lichaam niet zo hard hoeft te schreeuwen. De uitgeputte boodschapper, de psoas, was op sterven na dood, en gaf me juist die ontzettend zeurende onder rugpijn die mij elke minuut herinnerde hoe ik destijds (en soms, heel soms nog) met mezelf omging.

Kortom ik heb jarenlang niet naar mijn lichaam geluisterd en altijd maar meer uitgeput. Uit laten putten door enerzijds mijn overactieve geest en anderzijds door mijn vechters en doorzettings mentaliteit. Daarbij ook nog eens roofbouw pleegde door er intensief bij te sporten, lekker voor het leegmaken van de geest, maar wel weer een aanslag op mijn lichaam. Waar ik mij nu overigens zielsgelukkig mee mag prijzen met de kracht die het heeft en me nog steeds overal heenbrengt.
En nu opnieuw kwamen al die beelden voorbij als een film, een rollercoaster die ik amper bij kon houden. Echter de film ging sneller dan de pijn die ik erbij voelde. De lichamelijke pijn was zó intens aanwezig en tegelijk leek de pijn van iemand anders te zijn. Alsof ik het kon ervaren, aan de levende lijve kon ondervinden en tegelijkertijd leek alsof iemand anders die pijn had en ik ernaar moest blijven kijken.

Twee harde, mooie, intense, pijnlijke, bijna idioot te noemen weken gingen voorbij tot het moment kort na nieuwe maan. Een nieuwe maan in stier die staat oa voor overvloed.
Ik zat er werkelijk helemaal doorheen, ging op een bedje buiten in de zon liggen en lag daar met de ziel onder de arm. Ik voelde me nietsnuttig, down, compleet uit het veld geslagen, de tranen prikten in mijn ogen. Oude gedachten van tijdens mijn burn-out kwamen omhoog dat het leven zo geen zin had, ik toch niets goed kon doen en het beter was niet meer te leven. Zelfmedelijden en slachtofferschap ten top. Vervolgens begon mijn hond ontzettend hard te blaffen, het leek alsof hij zichzelf moed aan het ‘inblaffen’ was om in het water te springen, de sprong te wagen. Meteen verscheen er weer een beeld van mij vroeger: het altijd maar agressief reageren, alsof ik kritiek kreeg (ik interpreteerde vroeger vaak alles als persoonlijke kritiek), naar anderen. Vooral naar mijn dierbaren. Het spreekwoord ‘blaffende honden bijten niet’, maar zorgen wel voor veel (oorverdovend) lawaai. Ik zag mezelf terug in mijn hond en barstte in huilen uit, de tranen waren niet meer te stoppen. Als een zwaar gewond monster lag ik te huilen, de tranen liepen over mijn wangen en veroorzaakte nog net geen rivier naar de nabij gelegen zee. Voor ik het in de gaten had sprong mijn hond half bovenop mij, begon met te duwen met zijn neus, zachtjes te bijten en te snuffelen en liet duidelijk blijken zich geen raad te weten met mijn verdriet. Hij kwam me troosten en kroop tegen me aan, ik pakte hem eens goed vast en liet mijn waterlanders lopen totdat hij me aankeek en leek te willen zeggen ‘als je weer oké bent dan wil ik zwemmen, ga je mee?’

Choco wil zwemmen

We zijn samen gaan zwemmen en heb mijn tranen weggewassen in het frisse water.
Daarna heb ik al mijn moed verzameld en heb pen en papier gepakt en opgeschreven waar ik dankbaar voor ben en welke wensen en intenties ik heb. Vervolgens heb ik er een mooi vuur ritueel van gemaakt en heb mijn dankbaarheid en wensen terug gegeven aan het vuur en het universum.

Een dag later was mijn lage onder rugpijn nagenoeg verdwenen en stond ik fris en fruitig en monter op, strekte mezelf uit en liep op blote voeten naar buiten. De dag tegemoet tredend, en zei tegen mezelf en wie het horen wilde ‘vanaf vandaag wordt alles anders’.

En het werd anders, al die oude patronen, ermee gemoeide verhalen, pijnen en emoties zijn als sneeuw voor de zon verdwenen. De hele film, rollercoaster was voorbij, dik twee weken samen gevat en herleefd van een jaar of veertig ‘overleven’.

Opnieuw bevrijd uit mijn eigen kooi

Opnieuw een bevrijding en weer een stap verder in het voortdurende proces van ontkooien. Ik blijf het zeggen: ‘ontkooien vergt moed, doorzettingsvermogen en volharding.’

Steeds als je denkt dat je er bijna bent, dan ben er je nóg net niet. Ik denk dat je er pas bent als je uiteindelijk tussen zes planken ligt en tot die tijd is er gewoon werk aan de winkel, je eigen winkel welteverstaan.

Was het leuk? NEE! Was het leerzaam? JA! Wat heb ik dan geleerd? Ik heb geleerd en gezien hoe ik al die jaren van overleven heb doorlopen, wat ik toen deed, hoe ik reageerde, waarom ik zo reageerde, wat ik mezelf aandeed en liet aandoen, hoe ik mezelf van het pad af hield en liet houden, welke verhalen ik heel lang herkauwd heb, hoe ik gehecht was aan lijden, hoe ik mezelf belemmerde en ga zo maar door. En er is maar één conclusie: dat wil ik NOOIT meer! Dit was nergens voor nodig, zinloos en zelfs ziekmakend. Dit wist ik allemaal al, maar blijkbaar vond het universum het nodig dat ik het nogmaals zou ervaren en voelen opdat ik het dan nu toch eindelijk écht achter me zou kunnen laten. Deze deur gaat dicht en nu gaan er nieuwe deuren open.

Wat heeft het me gebracht? Enorme (harde) lessen, een ander perspectief, de regie weer nemen over mijn eigen leven, uit het slachtofferschap stappen en verantwoordelijkheid nemen voor mezelf, dat ik goed genoeg ben zoals ik ben, dat ik vooral mag en kan doen wat ík wil en dat iedereen daar iets van mag vinden en dan vooral naar de politie mag brengen want wat een ander vindt is niet van mij. Dat ik mij gelukkig mag prijzen met een krachtige geest én lichaam dat mij nooit in de steek laat, dat ik dus mijn lichaam mag koesteren als mijn allergrootste liefde. Dat het belichamen van alles wat op je pad komt je terugbrengt naar je kern, je ‘zijn’.
Dat ik dankbaar ben voor hoe ver ik gekomen ben, dankbaar ben voor alles dat ‘is’.

Dat liefde ALTIJD hét antwoord is.

Dat het pad niet altijd over rozen gaat, zeker niet wanneer je jezelf telkens laat afleiden van je pad. Echter wanneer je (tijdelijk) andere zijwegen bewandeld van dat pad, je miraculeuze dingen meemaakt en prachtige levenslessen ervaart en leert die je uiteindelijk toch weer terug op je pad brengen, zoals het ooit de bedoeling was.

Dagen na mijn turbulente herbeleving maakte ik op een ochtend een prachtige wandeling met Choco, een wandeling met een prachtige gewaarwording ter afsluiting van deze innerlijke reis. Dit pad, dat we samen onbewust kozen, door een oude droogstaande rivierbedding, bleek een mooie weerspiegeling van al die zijwegen die ik ooit maakte.

Smal, obstakels en weinig zij-zicht, tunnelvisie
Hobbelig, uitdagend, vol met obstakels
Het eigenlijke pad

Het volgende nummer viel mij toe tijdens deze wandeling:

He aint heavy he’s my brother- Hollies

The road is long, with many a winding turn
that leads us to who knows where, who knows where
But I’m strong
Strong enough to carry him, he ain’t heavy, he’s my brother

So on we go, his welfare is of my concern
no burden is he to bear
We’ll get there

For I know, he would not encumber me
he ain’t heavy, he’s my brother

If I’m laden at all, I’m laden with sadness, that everyone’s heart
Isn’t filled with the gladness
of love for one another

It’s a long, long road, from which there is no return
while we’re on the way to here
Why not share

And the load, doesn’t weigh me down at all
he ain’t heavy, he’s my brother

He’s my brother
he ain’t heavy, he’s my brother
he ain’t heavy, he’s my brother

https://www.kaatjejansen.com

Lijden & gehechtheid

De definitie van lijden & gehechtheid zal je hoogstwaarschijnlijk wel weten. Graag geef ik de woorden weer die in mij opkomen met betrekking tot lijden & gehechtheid, opdat het tot in je bewustzijn door dringt.

Lijden: zwelgen, jammeren, pijn, tekort, lot, geweld, schaamte, zelfkastijding, verdriet, klagen, dood gaan, afhankelijk, voorwaarden, er niet toe doen, zonde, ego, geld, macht, gebukt gaan onder, afzien, hard werken, door het slijk gaan, gewoonte, indoctrinatie.

Gehechtheid: vastzitten, plakken, identificeren, vastgenaaid, dichtgenaaid, vastklampen, onlosmakelijk, ‘zo horen’ , dichtbij, verhalen, ‘ge = jij / hecht = saamhorig / heid = wezen-persoon’.

Lijden

Al in vroegere tijden werd de mens geprogrammeerd dat het lijden, wanneer het zonder vrees onder ogen werd gezien, de poort is naar vrijheid. Als een man zich opofferde om in dienst en naar de oorlog te gaan, werd hem verteld dat hij zijn land en zijn wereld redt. In tijden van oorlog werd er zelfs gegeseld om de duivel te verdrijven uit de zogenaamde vijand. Of strijders bliezen zichzelf op, opdat ze beloond werden met achtentwintig maagden. Martelaren boden zich vrijwillig aan voor een langzame kruisdood of wierpen zich voor de leeuwen. De heilige Dominicus Loricatus gaf zichzelf elke avond zweepslagen voor het slapen gaan.
Allemaal zeiden ze, dat de pijn, zodra deze overwonnen was, kon leiden tot een religieuze extase.
Pijn lijden werd het genot de mensheid vrij te kopen van haar zonden, waarmee pijn was veranderd in blijdschap, was de zin van het leven en dus een genot.

Ook wij, wanneer we al jong zijn, hebben onbewust en ongewild programmaties van onze ouders en buitenwereld mee gekregen. Met alle goede bedoelingen en intenties, opdat we een model-burger worden in de grote wereld. Als kind kregen we een beloning als we ons pijn gedaan hadden. Die beloning liep uiteen van een kus op de pijn tot aan een snoepje voor de pijn. We werden dus als het ware beloond om pijn te hebben. Als we een ander per ongeluk pijn deden met spelen, dan werden we ook dan beloond door aandacht, ook al was dit negatief. We kregen dan een standje dat dit gedrag niet getolereerd werd. In sommige gevallen moesten we zelfs in de hoek gaan staan, want zo dacht men dat je als kind je ‘zonden’ kon overdenken en gewaar kon worden daar in die hoek.
Naar mate we ouder werden, werd er steeds meer van ons verwacht. Op de kleuterschool al moesten we Cito toetsen afleggen zodat men kon zien hoe ver we waren in onze ontwikkeling en of dit strookte met het beleid dat iemand ‘verzonnen’ had van waar we dan al niet aan moesten voldoen. Ook hier werden we beloond als we het volgens de verzonnen ‘norm’ goed gedaan hadden. We mochten dan een stickertje of een plaatje uitzoeken en mochten daar dan trots op zijn. Hier werd het ‘lijden’ steeds duidelijker en meer uitvergroot. We moesten eerst ‘lijden’ – lees zwoegen – om goed genoeg bevonden te worden. En als we hard genoeg geleden hadden, dan werden we beloond met iets ‘leuks’.
Dit was micro spel van het begin van de lagere school. Aan het einde van de lagere school kwam er dan een zogenaamde eind-Cito-toets die liet zien op welk ‘niveau’ we ons bevonden na al die jaren ervoor het spelletje meegespeeld te hebben van ‘lijden’ & belonen.

We kwamen in aanraking met sport, met vrienden, met volwassenen, bijbaantjes en telkens kwam dat ‘lijden’ met een hoofdletter L onbewust naar voren. Het kwam er overal op neer dat we eerst keihard moesten werken om daarna een beloning te verkrijgen. De grootte van de beloning hing af van hoe hard je ergens voor werkte. De volwassenen deden ons dit met verve voor. Als ze hard genoeg gewerkt hadden dan werden ze gegund met een vakantie, of een auto kopen. Ik kan me nog herinneren dat ik van mijn eerste geld (waar ik heel wat vleeswaren door mijn handen had laten gaan bij de vleesafdeling van een supermarkt) een stereotoren kocht. Ik was de koning te rijk! En toen ik weer flink gespaard had, kon ik mezelf een tweedehands auto kopen.
Omdat we telkens beloond werden voor ons harde werken, of dit nu een betaalde baan of iets vrijwilligs was, raakten we gehecht aan dit ‘lijden’ – zwoegen-. Zo gehecht dat we hier steeds harder voor gingen rennen en zwoegen opdat we onszelf flink konden belonen.

De reclames op tv deden hier ook gretig aan mee. Want van al dat zwoegen – ‘lijden’ werden we moe en dat ging je zien aan je huid. Dus moest je huid goed verzorgd worden en werd je op tv doodgegooid met reclames voor de allerbeste crème voor op je huid. Of die lekkere coca cola, of zak chips die je jezelf mocht toekennen als beloning na je harde zwoegen – ‘lijden’. Pijn mocht niet gevoeld worden en dus kwam (en komt nog steeds) daar een reclame voorbij om een pilletje te nemen tegen de pijn. Welke pijn dan ook, overal was er wel een pilletje voor. Want we wilden toch niet ‘lijden’?! Lijden werd een commercieel werk-woord. Enerzijds moesten we lijden en anderzijds mochten we de pijn van dat lijden niet voelen. Een logische samenhang…..

We werden zelfs zo gek gemaakt dat we vooral de buitenwereld moesten laten zien wat we allemaal hadden en konden. Zo lieten we de buitenwereld zien dat als we maar hard genoeg geleden hadden, we onszelf mochten belonen. En als je zowel hard genoeg geleden had én jezelf beloond dat, dan leverde dat status op en werd je als het ware voor vol en als succesvol gezien.
Ik kan me herinneren van de tijd dat ik met mijn ex-partner een horecabedrijf had dat 364 dagen per jaar geopend was en dit keihard zwoegen was, we onszelf na verloop van tijd beloonden met een in de volksmond ‘dikke auto’, waarmee we dan in elk geval twee keer per jaar mee op vakantie konden gaan. De buitenwereld vond dit buitensporig en deed zijn beklag en geroddel in het dorp dat ‘die’ wel goed bij kas zaten en zich wel heel veel permitteerden. In hun ogen hadden wij nog niet genoeg ‘geleden’ om ons dit te mogen veroorloven. Zoals het in Nederland gaat: als je je hoofd boven het maaiveld uitsteekt, dan word je meteen weer gelijk gemaakt met de grond.

‘Dikke auto’

Er werd ons op die manier een soort van verslaving aangeleerd, een gehechtheid van telkens opnieuw lijden – belonen en hechten aan die beloning en dus ook aan dat lijden. En zoals een gehechtheid en in dit geval vertaald naar een verslaving doet, is dat we telkens meer wilden. Meer van alles, meer dan we nodig hadden en hebben, meer nemen dan geven. En binnen dit mechanisme of patroon vergelijken we onszelf telkens weer opnieuw met de ander. We beoordelen en veroordelen of onszelf of de ander voor het al dan niet meer of minder hebben. Kort gezegd heeft het ons geleerd om altijd in tekorten de denken en hebben we onszelf de gedachte gecreëerd altijd een tekort te hebben. Er is een leuk kinderboek ‘rupsje nooit genoeg’ dat heel simplistisch weergeeft waar de mensheid zich in begeeft.
We zijn gehecht geraakt aan al die verhalen die we onszelf elke dag opnieuw vertellen. Verhalen die een heel eigen leven zijn gaan ‘lijden’, waardoor we ons niet goed genoeg voelen, niet mooi genoeg zijn, niet genoeg hebben, we het altijd slechter dan de ander hebben en ga zo maar door. Die verhalen hoeven niet eens waar te zijn en toch vertellen we onszelf dit steeds opnieuw. We draaien rondjes in onze eigen bubbel, onze eigen realiteit die veraf ligt van dat wat daadwerkelijk de realiteit is en dus heel veraf ligt van onszelf.

We hebben zo een kooi gebouwd waarin we ons ontzettend comfortabel in voelen en draaien hier elke dag rondjes in, zoals een hamster die blijft rennen in het rad. We zijn slachtoffer geworden van ons eigen denken, onze programmatie en patronen. En uit deze kooi stappen is vreemd, eng, want wat zal de ander wel niet denken? En word ik nog wel voor vol aangezien als ik andere keuzes maak? Verlies ik hiermee mijn status niet? Want het leven dat je je hebt aangemeten moet je telkens opnieuw zien vol te houden voor de buitenwereld. Raak je hierdoor vrienden kwijt? Ja, zeker! De vraag is dan echter of het wel echte vrienden zijn en ze eigenlijk bevriend met je waren omdat je jezelf en zij jou een bepaalde status hadden toegekend. Je past niet meer in hun box, als je wel maar in je eigen box past, toch?!
Je komt erachter dat er onder het ‘lijden & gehecht’ zijn eigenlijk angst zit. Een soort oer-angst voor afwijzing en tekort en als je dit nog verder vertaald naar angst voor dood of leven. Angst voor wat jij of anderen zouden zien in het licht, want in het donker hoef je niet te kijken en je niet bewust te worden van wat is.

Eigen gebouwde kooi

Angst: bang, dood, leven, oer-angst, schaamte, afleiding, buiten jezelf, gebrek aan liefde, slechte raadgever, spoken zien, onrealistisch, tekort, afwijzing, niet goed genoeg.

Angst voor verandering, terwijl het enige constante juist verandering is!
Het spreekt voor zich, als je mijn eerdere blogs gelezen hebt, dat ik hier ook doorheen ben gegaan. Niet gevrijwaard ben van deze programmering en oude patronen, maar ben er gaandeweg wel heel bewust van geworden ben. Zo bewust dat ik mezelf, onder begeleiding van een coach, ont-kooid heb. En geloof maar dat dit hard werken was en is, om uit die kooi te blijven en niet in mijn valkuil te trappen. Voor je het weet sta je weer met één been in die kooi of heb je weer een spijl van je kooi vast. Ik ben inmiddels in elk geval gehecht aan het buiten de kooi te verblijven, mezelf af te vragen of het verhaal dat ik mezelf vertel écht waar is of een hersenspinsel is. En tracht ik elke dag opnieuw oprecht eerlijk te zijn naar mezelf en vraag me telkens opnieuw af of het mij dient of niet, of dat ik de ander graag van dienst kan en wil zijn zonder iets terug te verwachten en het dus met oprechte liefde is of niet. In elk geval hebben mijn oude angsten plaats gemaakt voor liefde en ‘leid’ ik mijn leven.

You have projected onto yourself a world of your own imagination, based on memories, on desires and fears, and you have imprisoned yourself in it. Break the spell and be free!

-Sri Nisargadatta Maharaj