Tagarchief: volle maan

(Herleefde) patronen & lessen

When I was young……..

Regelmatig dompel ik mezelf onder in een cocon, thuis of ergens waar ik me bijzonder ‘thuis’ voel. Soms voor korte duur en soms voor wat langere duur, als er zakelijke bijkomstigheden mee gecombineerd kunnen worden. Dit laatste was onlangs het geval.
Ik vertoefde in het prachtige Spanje, waar het normaal gesproken al bijna ‘zomer’ zou moeten zijn qua weer, maar in de praktijk dit jaar even iets anders lag. Dat kon de pret niet drukken natuurlijk, ik was allang blij daar in dat buitenland te kunnen vertoeven, samen met onze jongste hond Choco van 7 maanden.

Steevast neem ik dan mijn sjamanistische ‘tools’ mee om vuur rituelen en andere praktische dingen mee te doen. Want in de periode dat ik in het buitenland zou vertoeven, zou ik meerdere malen een volle, nieuwe en weer volle maan meemaken.
Manen en planeten die een bijzonder krachtige energie hebben op aarde en al het leven op aarde. Nota bene ook nog eens eclips seizoen.
De eerste volle maan was een eclips volle – bloemen – maan. Een superkrachtige maan die in het teken stond van ‘het schoonmaken van onze psychische kast’. Hiermee wil ik zeggen dat je ‘oude identiteiten van je af kon gooien’, of zoals ik altijd uitleg ‘verhalen die je jezelf verteld waarmee je je identificeert’. De gehechtheden van jezelf aan die verhalen én je innerlijke demonen onder ogen komen.

Nou dat heb ik geweten kan ik je zeggen. De week voorafgaand aan die volle – bloemen- maan én de week na deze krachtige maan. Die ook meteen onder invloed stond van een zogenoemde teruglopende fase van planeet Mercurius. Mercurius in teruglopende motie in het teken stier (staat voor ons waardesysteem, ons zelfvertrouwen/eigenwaarde en overlevingsstrategieën) staat voor minder denken en meer voelen.
In elk geval was er letterlijk én figuurlijk geen ontkomen aan. Alle oude programmeringen kwamen voorbij, mijn overlevingsstrategieën, en eigenwaarde/zelfvertrouwen. Zaken waar ik vanaf mijn 40e mee bezig ben, om me hiervan te ontkooien en te transformeren naar nieuwe verhalen, emoties, reacties, gedragingen, denkwijzen. Transformeren naar manieren die me helpen in positieve zin en ik kan excelleren en evolueren in plaats van te blijven hangen op de langspeelplaat van drama, herkauwen en dus lijden.

En ineens, onder deze (collectieve – wat heb jij ervan gevoeld?!) krachtige energie mocht ik allerlei oude stukken nog eens herleven alsof het opnieuw gebeurde op dit moment, mei 2023. In het begin dacht ik nog, ‘oh dit komt voorbij, prima laten we er eens voor gaan zitten en kijken wat het me wil zeggen’. Ik ontving het met open armen omdat ik wist dat dit weer mooie en bijzondere lessen zouden zijn die ik nu eens en vooral altijd uit mijn systeem kon bannen. Leuk?!

Nee, helemaal niet! Het werd van kwaad tot erger. Oude pijn van mijn opvoeding, ouders en voorouders: – niet mogen zijn wie ik wilde zijn – afwijzing – nooit goed genoeg zijn – falen – mezelf kastijden omdat ik het niet beter deed of kon – onzichtbaar (willen) zijn – altijd dienstbaar naar de ander ‘moeten’ zijn – mezelf wegcijferen – boosheid – frustratie – geen controle hebben en acteren alsof ik dat wel heb – denken in tekorten – mijn haat/liefde verhouding met geld – kinderachtige en dus onvolwassen gedragingen – het niet waard zijn – affectie van de buitenwereld willen – mezelf voeden met de buitenkant – beperken in mijn eigen vrijheid – slachtofferschap – het als kind geen arm om heen krijgen wanneer ik dat nodig had – niet gehoord of gezien worden – seksualiteit – overgave – veel ‘moeten’ van mezelf – het beter weten dan de ander en mezelf hierin opdringen naar de ander- . Alles kwam ik in een sneltrein tempo tegen. Een TGV die niet te tegen te houden was.

Terug in mijn kooi

Tegen beter weten in vocht ik er met man en macht tegen, raakte zo met de dag meer en meer gefrustreerder omdat ik van mezelf vond en dacht dat ‘deze onzin – shit’ nu toch eindelijk wel eens afgelopen moest zijn, want dit had ik toch allemaal al achter me gelaten?! Hoezo komt dit nu dan?! Ik wil dit niet! Maar ik kon het niet tegen houden, het kwam en het ging en wist totaal niet wat me allemaal overkwam. Mijn allerliefste lief wist niet helemaal wat hij ermee aan moest, zei ook ‘dit vind ik niet fijn’.
Gevoelsmatig wist ik dat ik hier gewoon doorheen moest, het er laten zijn en ernaar kijken en vooral de ander er niet mee lastig vallen. En toch waren er momenten dat de rust in mij gekeerd was en we samen gezellig zaten te eten en te genieten en er ineens iets ter sprake kwam en ik hierop reageerde vanuit een oud niet constructief patroon. Het was alsof ik iemand anders werd en er van een afstand naar keek hoe die iemand anders bits reageerde naar mijn lief. Mijn lief die wijselijk niets zei en keek als een botsauto, zo van ‘wat moet ik hier nu weer mee?!’ En gelijk had hij. Op het moment dat ik als het ware terug in mijn lichaam landde, kreeg ik de mogelijkheid om te herstellen van wat ik zo-even scheef gezet had. Helaas ging dit niet moeiteloos maar met horten en stoten. Ik begon mezelf in mijn hoofd boos toe te spreken ‘zie je nu wat je doet?! Is het gezellig en genieten jullie samen en dan ga jij een beetje de trut uithangen! Je verpest ook altijd alles!’

Beng, de ene klap van de zeep volgde de andere op. Dingen die ik, zoals eerder benoemd, als ‘gewond kind’ heel vroeger deed en zo ook reageerde. Er kwamen beelden terug van vroegere tijden met familie in België, voor mij gelukkige tijden tijdens een vechtscheiding van mijn ouders. Ik was altijd als vier handen op één buik met mijn oma, een oma die mij raakte in positieve zin, waar ik voor mijn gevoel gehoord en gezien werd en kon zijn wie ik wilde zijn. Er kwamen ook beelden voorbij van de lagere school, waar ik met een heel fijn gevoel op terug kijk, een soort van vrij onderwijs hetgeen heel wat was destijds. En toch kwamen de beelden van mijn vader die ons naar school bracht op weg naar zijn werk in Bemelen, en ik – zodra hij zijn rug keerde om in de auto te stappen – krijsend van het schoolplein afrende omdat ik terug mee wilde met mijn vader. Bang dat hij me weer vergat af te halen van school (en mijn moeder was ook al ‘gevlogen’), hetgeen gek genoeg ook nogal regelmatig voorkwam. We waren om kwart voor drie uit van school en bleven soms tot half vier wachten en als er dan nog niemand was liep ik met mijn broertje hand in hand langs een grote weg naar Bemelen. Een weg die ik op mijn duimpje kende. Ik was toen een jaar of zes/zeven en mijn broertje zat nog op de kleuterschool. Wat een pijn, wat een afwijzing, je niet belangrijk genoeg te voelen om op tijd van school afgehaald te worden.

Ik kreeg beelden door van mij en mijn handbalsport, ik moest en zou een talent zijn, doorbreken en uiteindelijk op het hoogste niveau (eerste divisie) spelen. Bloed, zweten tranen heeft dit gekost, keihard trainen en eigenlijk weten dat mijn handbal talent helemaal niet zo groot was maar mijn mentaal talent en doorzettingsvermogen – een never give up mentaliteit – er eentje was van een onvermurwbare stier. Hoorns erin en jé. Het zijn een aantal seizoenen geweest dat ik mocht aansluiten bij het eerste team, als bankzitter, en telkens de laatste vijf minuten mocht invallen. Nouja, in vijf minuten kun je echt niets laten zien, maar ik nam het op de koop toe want er zou en moment komen dat ik wel lang mocht spelen en de krant zou halen. En ja, ik heb met mijn sporttas door de gang en het kleedhok gegooid van frustratie om telkens die vijf minuten vlak voor tijd pas in te vallen of dat ik zelf vond dat ik goed speelde en er dan net weer uitgehaald werd. Pfffff maar ik overwon alles. Uiteindelijk heb ik acht seizoenen op eerste divisie niveau gespeeld, veelal in de basis.

Ik kreeg beelden van het opgeven van mijn eigen droom en die van een ander te leven. Mezelf volledig voor deze droom te geven, blindelings bijna. Ik werd er een ‘bitch’ van, telkens moeten vechten om gezien en erkend te worden, en steeds als ik dacht nu zien ze mij, zagen ze me nog niet of ‘hadden zij alles gedaan’ terwijl ik het werk verricht had. Het maakte me boos, gefrustreerd en misschien zelfs wel bitter. Later stevenden we af op een faillissement en zetten alles op alles om dit te voorkomen. Nóg harder werken, nóg meer doen, op vrijdag cash geld rondbrengen naar de leveranciers (klein naar binnen gaan en nog kleiner naar buiten komen, want het was nooit voldoende), het personeel nauwelijks nog kunnen betalen en salarissen in vier keer betalen om zo te te voldoen aan de verplichtingen. En daarna dan ook nog gewoon meehelpen in de bediening omdat we nauwelijks nog personeel wilden oproepen omdat we ze niet meer konden betalen. Het gevoel van alle poten onder je tafel vandaan gezaagd te krijgen, dweilen met de kraan open. Geen ‘bezit’ meer te hebben in materie, volledig gefaald te hebben, niet goed genoeg te zijn, niet hard genoeg gewerkt te hebben en ga zo maar door.
De pijn die dit met zich meebracht voelde ik nu tot in mijn lijf. Ik kreeg acuut spierpijn, pijn in de onderkant van mijn rug, een dikke opgezette buik uit het niets en een brok in de keel.

Allerlei lichamelijke symptomen die ik destijds niet kon rijmen maar nu des te meer. Een dikke opgezette buik uit het niets is de milt, die staat voor ‘hoe mild je met jezelf omgaat’. Niet dus, ik verweet mezelf van alles. Spierpijn van teveel spanning in de spieren maar vooral de mentale stress die hiermee gemoeid was. Een brok in de keel, die staat voor angst (in het communicatie centrum-keel), een zeurende pijn in de onder rug, dat je je nauwelijks meer flexibel kunt bewegen, met andere woorden jezelf ontzetten klem zetten. En nog een stapje verder, de psoas – de spier van de ziel. De psoas is eigenlijk de boodschapper in het lichaam die signaleert wat coherent is en wat niet, wat heel is en wat beschadigd is, wat veilig en onveilig is en communiceert als boodschapper tussen zowel verlangen tot overleven als onze wens echt te gedijen. Een gezonde psoas is vloeibaar, soepel, veerkrachtig en sappig als een malse biefstuk. De psoas geeft dus richting aan angst (overleving) én aan plezier (gedijen). Je kunt je wellicht voorstellen dat er aan al mijn beelden die voorbij kwamen in een notendop, weinig plezier me gemoeid was en des te meer overleving (angst), met alle stresshormonen die er ook nog eens bij kwamen kijken om het lichaam nog meer uit te putten. Eigenlijk het lichaam te waarschuwen dat mijn geest moest luisteren. Een mooie spreuk is dat als je leert naar je lichaam te luisteren dat het lichaam niet zo hard hoeft te schreeuwen. De uitgeputte boodschapper, de psoas, was op sterven na dood, en gaf me juist die ontzettend zeurende onder rugpijn die mij elke minuut herinnerde hoe ik destijds (en soms, heel soms nog) met mezelf omging.

Kortom ik heb jarenlang niet naar mijn lichaam geluisterd en altijd maar meer uitgeput. Uit laten putten door enerzijds mijn overactieve geest en anderzijds door mijn vechters en doorzettings mentaliteit. Daarbij ook nog eens roofbouw pleegde door er intensief bij te sporten, lekker voor het leegmaken van de geest, maar wel weer een aanslag op mijn lichaam. Waar ik mij nu overigens zielsgelukkig mee mag prijzen met de kracht die het heeft en me nog steeds overal heenbrengt.
En nu opnieuw kwamen al die beelden voorbij als een film, een rollercoaster die ik amper bij kon houden. Echter de film ging sneller dan de pijn die ik erbij voelde. De lichamelijke pijn was zó intens aanwezig en tegelijk leek de pijn van iemand anders te zijn. Alsof ik het kon ervaren, aan de levende lijve kon ondervinden en tegelijkertijd leek alsof iemand anders die pijn had en ik ernaar moest blijven kijken.

Twee harde, mooie, intense, pijnlijke, bijna idioot te noemen weken gingen voorbij tot het moment kort na nieuwe maan. Een nieuwe maan in stier die staat oa voor overvloed.
Ik zat er werkelijk helemaal doorheen, ging op een bedje buiten in de zon liggen en lag daar met de ziel onder de arm. Ik voelde me nietsnuttig, down, compleet uit het veld geslagen, de tranen prikten in mijn ogen. Oude gedachten van tijdens mijn burn-out kwamen omhoog dat het leven zo geen zin had, ik toch niets goed kon doen en het beter was niet meer te leven. Zelfmedelijden en slachtofferschap ten top. Vervolgens begon mijn hond ontzettend hard te blaffen, het leek alsof hij zichzelf moed aan het ‘inblaffen’ was om in het water te springen, de sprong te wagen. Meteen verscheen er weer een beeld van mij vroeger: het altijd maar agressief reageren, alsof ik kritiek kreeg (ik interpreteerde vroeger vaak alles als persoonlijke kritiek), naar anderen. Vooral naar mijn dierbaren. Het spreekwoord ‘blaffende honden bijten niet’, maar zorgen wel voor veel (oorverdovend) lawaai. Ik zag mezelf terug in mijn hond en barstte in huilen uit, de tranen waren niet meer te stoppen. Als een zwaar gewond monster lag ik te huilen, de tranen liepen over mijn wangen en veroorzaakte nog net geen rivier naar de nabij gelegen zee. Voor ik het in de gaten had sprong mijn hond half bovenop mij, begon met te duwen met zijn neus, zachtjes te bijten en te snuffelen en liet duidelijk blijken zich geen raad te weten met mijn verdriet. Hij kwam me troosten en kroop tegen me aan, ik pakte hem eens goed vast en liet mijn waterlanders lopen totdat hij me aankeek en leek te willen zeggen ‘als je weer oké bent dan wil ik zwemmen, ga je mee?’

Choco wil zwemmen

We zijn samen gaan zwemmen en heb mijn tranen weggewassen in het frisse water.
Daarna heb ik al mijn moed verzameld en heb pen en papier gepakt en opgeschreven waar ik dankbaar voor ben en welke wensen en intenties ik heb. Vervolgens heb ik er een mooi vuur ritueel van gemaakt en heb mijn dankbaarheid en wensen terug gegeven aan het vuur en het universum.

Een dag later was mijn lage onder rugpijn nagenoeg verdwenen en stond ik fris en fruitig en monter op, strekte mezelf uit en liep op blote voeten naar buiten. De dag tegemoet tredend, en zei tegen mezelf en wie het horen wilde ‘vanaf vandaag wordt alles anders’.

En het werd anders, al die oude patronen, ermee gemoeide verhalen, pijnen en emoties zijn als sneeuw voor de zon verdwenen. De hele film, rollercoaster was voorbij, dik twee weken samen gevat en herleefd van een jaar of veertig ‘overleven’.

Opnieuw bevrijd uit mijn eigen kooi

Opnieuw een bevrijding en weer een stap verder in het voortdurende proces van ontkooien. Ik blijf het zeggen: ‘ontkooien vergt moed, doorzettingsvermogen en volharding.’

Steeds als je denkt dat je er bijna bent, dan ben er je nóg net niet. Ik denk dat je er pas bent als je uiteindelijk tussen zes planken ligt en tot die tijd is er gewoon werk aan de winkel, je eigen winkel welteverstaan.

Was het leuk? NEE! Was het leerzaam? JA! Wat heb ik dan geleerd? Ik heb geleerd en gezien hoe ik al die jaren van overleven heb doorlopen, wat ik toen deed, hoe ik reageerde, waarom ik zo reageerde, wat ik mezelf aandeed en liet aandoen, hoe ik mezelf van het pad af hield en liet houden, welke verhalen ik heel lang herkauwd heb, hoe ik gehecht was aan lijden, hoe ik mezelf belemmerde en ga zo maar door. En er is maar één conclusie: dat wil ik NOOIT meer! Dit was nergens voor nodig, zinloos en zelfs ziekmakend. Dit wist ik allemaal al, maar blijkbaar vond het universum het nodig dat ik het nogmaals zou ervaren en voelen opdat ik het dan nu toch eindelijk écht achter me zou kunnen laten. Deze deur gaat dicht en nu gaan er nieuwe deuren open.

Wat heeft het me gebracht? Enorme (harde) lessen, een ander perspectief, de regie weer nemen over mijn eigen leven, uit het slachtofferschap stappen en verantwoordelijkheid nemen voor mezelf, dat ik goed genoeg ben zoals ik ben, dat ik vooral mag en kan doen wat ík wil en dat iedereen daar iets van mag vinden en dan vooral naar de politie mag brengen want wat een ander vindt is niet van mij. Dat ik mij gelukkig mag prijzen met een krachtige geest én lichaam dat mij nooit in de steek laat, dat ik dus mijn lichaam mag koesteren als mijn allergrootste liefde. Dat het belichamen van alles wat op je pad komt je terugbrengt naar je kern, je ‘zijn’.
Dat ik dankbaar ben voor hoe ver ik gekomen ben, dankbaar ben voor alles dat ‘is’.

Dat liefde ALTIJD hét antwoord is.

Dat het pad niet altijd over rozen gaat, zeker niet wanneer je jezelf telkens laat afleiden van je pad. Echter wanneer je (tijdelijk) andere zijwegen bewandeld van dat pad, je miraculeuze dingen meemaakt en prachtige levenslessen ervaart en leert die je uiteindelijk toch weer terug op je pad brengen, zoals het ooit de bedoeling was.

Dagen na mijn turbulente herbeleving maakte ik op een ochtend een prachtige wandeling met Choco, een wandeling met een prachtige gewaarwording ter afsluiting van deze innerlijke reis. Dit pad, dat we samen onbewust kozen, door een oude droogstaande rivierbedding, bleek een mooie weerspiegeling van al die zijwegen die ik ooit maakte.

Smal, obstakels en weinig zij-zicht, tunnelvisie
Hobbelig, uitdagend, vol met obstakels
Het eigenlijke pad

Het volgende nummer viel mij toe tijdens deze wandeling:

He aint heavy he’s my brother- Hollies

The road is long, with many a winding turn
that leads us to who knows where, who knows where
But I’m strong
Strong enough to carry him, he ain’t heavy, he’s my brother

So on we go, his welfare is of my concern
no burden is he to bear
We’ll get there

For I know, he would not encumber me
he ain’t heavy, he’s my brother

If I’m laden at all, I’m laden with sadness, that everyone’s heart
Isn’t filled with the gladness
of love for one another

It’s a long, long road, from which there is no return
while we’re on the way to here
Why not share

And the load, doesn’t weigh me down at all
he ain’t heavy, he’s my brother

He’s my brother
he ain’t heavy, he’s my brother
he ain’t heavy, he’s my brother

https://www.kaatjejansen.com

“licht in de duisternis”

Enkele dagen geleden, op 3 augustus, was het volle maan. Het was exact 23:23 uur dat ik na mijn meditatie in de Spaanse avond zilte van nog ruim 28 graden een mooie ingeving kreeg voor mijn nieuwe blog. Het was letterlijk “het licht in de duisternis” dat mij hier naartoe leidde. Drukwerk zong al ooit een prachtig refrein “Oh middernach, schijn a lichie op mij” en Katrina and the waves zong “love shine a light”, hetgeen de wereld op dit moment heel hard nodig heeft. Nadat de woorden met het “licht in de duisternis” tot mij vielen en ik ze ook daadwerkelijk kon gaan opschrijven was het inmiddels middernacht, waarbij de maan fors omhoog geklommen was en het licht steeds feller werd. Zo ook mijn enthousiasme en onrust of noem het eerder het gevoel van iets te moeten creëren van mezelf. Het was een gevoel dat iets hier en nu moest gebeuren en dat niet met mijn hoofd te controleren viel. Nog niet vaak was het zó duidelijk dat ik moest schrijven.
Onder het maanlicht kon ik zo mijn woorden en zinnen vormgeven tot één geheel.

Het uur daarvoor had ik in seiza gezeten om te mediteren. Best een uitdaging voor mij om zolang in één houding stil te zitten, want normaal mediteer ik van 5 minuten tot een half uur. Na die tijd begint mijn “mind” mij af te leiden naar van alles en nog wat, of slaat de onrust toe om van alles nog te “moeten” doen. En soms, als ik helemaal op mijn rust ben, ik geen verwachtingen heb, er niets is dat écht moet van mezelf of er iemand op mij wacht, dan gaat het vanzelf. Zo was het deze avond dus, als vanzelf -al voelde ik mijn voeten niet meer- en was er geen stemmetje dat zei “auw dit doet pijn, houd hiermee op en ga wat anders doen”. Ik kon mij zonder moeite overgeven aan dat moment alleen oog in oog met de maan, in de stilte en duisternis. Ze scheen door mijn gesloten oogleden heen en gaf mij licht, in deze zilte duisternis.

Op het moment dat mijn meditatie voorbij was bewoog ik mijn lichaam en toen…….aaaahhhh wat een sensatie! Mijn voeten en onderbenen sliepen, tintelden. Je kent dat gevoel vast wel, je kan geen voet verzetten of het gevoel wordt nog sterker. Het is geen pijn en lekker is het ook niet. Sensationeel des te meer. Een collega van mij zei ooit “pijn is een sensatie en een vertrekpunt van groei”, als je zo kan denken op dat moment dan voelt het ook echt als een sensatie. Het bracht me naar mijn jeugd waarbij ik als kind vaker flink gekieteld werd in mijn zij of onder mijn voeten en het niet ophield en ik zo hard moest lachen en krioelen totdat ik er bijna buikpijn van kreeg en de tranen (van het lachen) over mijn wangen liepen van gekkigheid en lol en ik echt moest roepen “stop!”

Die nacht keek ik tijdens het schrijven vaker op naar de maan en haar prachtige magische licht, die steeds verder omhoog en opzij schoof aan de donkere hemel. Alles wat donker was, werd steeds meer verlicht. Ineens viel de opmerking van een heel dierbaar familielid van vorige week mij in. Ze zei tijdens een gesprek in de warme zon op een terrasje: “Als kind kon ik al geen licht verdragen en sloot ik de gordijnen, opdat er geen zonlicht door kon komen. Dat heb ik nu nog steeds, met het felle zonlicht kan ik niet anders dan een zonnebril dragen of mij terugtrekken in de duisternis”. De eerste vragen die er in mij opkwamen waren; “Welk licht in jou mag niet gezien worden?” En “wat is de reden dat je al heel wat jaren, als het ware, liever in de duisternis leeft dan in het licht?” Ik heb haar de vragen uiteindelijk ook gesteld en ze keek me verwonderd aan en zei: “tja dat weet ik eigenlijk niet, daar zal ik eens over nadenken.” Ik zei: “doe jezelf dat plezier eens en denk daarover na of nog beter probeer het eens te voelen, wat het kan zijn”. Ze glimlachte terug naar me en zei niets. Ik heb het bij haar gelaten. Al wens en gun ik haar mooie inzichten en licht in haar duisternis.

Ik heb haar die vragen gesteld omdat ik die vragen jaren geleden ook aan mezelf gesteld heb. Nu zie, voel en merk ik dat hoe ouder ik word hoe meer dingen van mezelf aan het licht komen of verlicht worden. Opdoemen uit de duisternis. Zowel negatieve dingen uit het verleden als positieve dingen en creativiteit waarvan ik wel wist dat ze ergens waren in de diepe duisternis van mezelf maar ik zelf nog niet zag. Dingen die tijd nodig hadden en hebben om onttrokken te worden aan de duisternis, dingen die er nu eindelijk mogen zijn van mezelf en die dus het felle maan en/of zonlicht kunnen verdragen en niet meer toegedekt hoeven te blijven.

Johan Cruyff zei ooit al: “je gaat het pas zien als je het doorhebt.”

En als ik er na een paar dagen over nadenk dan zie ik duidelijke gelijkenis met de natuur. De natuur kent vier jaargetijden en staan symbool voor onze eigen innerlijke processen. In de winter zit of staat alles in de duisternis, vindt er berusting plaats, zijn de dagen korter qua licht, is het vaak buiten kouder en trekken we ons terug naar binnen. Tijd om na te denken, te reflecteren of te voelen wat er het afgelopen jaar gespeeld heeft. Er zit ergens een zaadje onder de grond -in de duisternis- dat wellicht naar buiten wil komen, het licht wenst op te zoeken, noem het een droomzaadje. Als na de winter de tijd rijp is zal dit zaadje gaan ontkiemen op het moment dat het zaadje er klaar voor is. Het kruipt naar boven, op zoek naar het daglicht. Het steekt de kop boven de aarde om te kijken hoe het daarboven is. Het heeft een beschermende schil om zich heen want het is nog kwetsbaar en fragiel, het heeft meer tijd, licht, zelfvertrouwen en water nodig om verder te kunnen groeien. Ook als het in de lente al doorgegroeid is tot boven de grond, zal het zich nog steeds niet helemaal in vol ornaat laten zien. Het zal aftasten wat het wel kan laten zien en wanneer, totdat het er helemaal klaar voor is om verder te groeien en uiteindelijk helemaal open te gaan bloeien en zich helemaal durft te laten zien. Deze bloeiperiode valt meestal samen met de zomer, wanneer het zich van alle kanten durft te laten zien en staat te stralen vol zelfvertrouwen. Als de zomer voorbij is en de herfst in zicht is dan wordt er meestal geoogst van wat er eerder in het proces aan vooraf gegaan is en uiteindelijk zal het in de volle herfst haar bladeren verliezen en dingen gaan loslaten die niet meer dienen om zo de volgende cyclus van de natuur en het leven in te gaan.

Zo ondergaan we zelf, onze plannen en dromen allemaal de cycli van het “natuurlijke” leven. Vanaf het moment dat ik, jaren geleden door ervaringen en pijn, voor mezelf besloot dat ik écht op zoek ging naar mezelf, heb ik heel wat cycli doorlopen. Het duurde even of veel langer voordat ik écht kon groeien als mens en de persoon te worden die ik diep van binnen altijd al was. Veel dingen van mezelf bleven maar in die duisternis zitten. Meestal of vaak bleef het zaadje in de winter in de grond zitten en loste het terug op in de aarde en verdween het dus, om daarna in alle hevigheid weer terug te komen.  Dan dacht ik altijd “hé dit heb ik al gezien en meegemaakt, waarom gebeurt dit nu weer of is dit nu weer een issue?!” “Hier heb ik geen zin in” en dus stopte ik dat zaadje weer terug in de grond en stampte het nog eens aan, opdat ik dit niet nog eens hoefde mee te maken. Echter het zaadje moest gezien worden, zou doorleefd moeten worden om daadwerkelijk groei door te kunnen maken. Zie het, in de volksmond, als onkruid. Dat wieden we het liefst meteen weg, zodat we het niet hoeven te zien en alles ogenschijnlijk “mooi” en rustig blijft. Als het er niet is en we het niet zien, dan bestaat het ook niet. Dat heb ik me ook lange tijd voorgehouden en me achter verscholen. Totdat het niet meer anders kon dan het in het licht te zetten en het recht in de ogen te kijken. Soms met angst, soms met bluf en overmoed, met een lach en een traan met als resultaat steeds meer eenheid met mezelf te voelen en te ervaren. Alles wat er in mij zit, duisternis en licht, te accepteren en open te laten bloeien. Me niet meer schamen, minder voelen dan een ander (en zeker ook niet meer). Zwart en wit, yin en yang, vallen en opstaan, pijn en extase, verdriet en vreugde. Alles mag en kan.

Een coherente hartslag maakt mooie evenredige golfbewegingen, opgaande en neerwaartse bewegingen. Precies zoals het leven is. Als er één rechte streep op de hartslag monitor te zien is dan is het leven (helaas) over. Wat ik ermee wil zeggen of als tip wil geven, durf je leven te leven, durf op je gezicht te gaan weer op te staan en ervan te leren, durf je angst in de ogen te kijken en buiten je comfortzone te gaan. Vier het leven! Want is het cliché, het is maar kort en dan kun je het maar beter ten volste gedaan hebben dan veilig achter slot en grendel te blijven zodat je niets gebeuren zal……
Na vele jaren van vallen en opstaan, het licht en de duisternis af te wisselen, durf ik met zelfvertrouwen het leven tegemoet te gaan. Ik hang zelf de slingers op, alleen of samen met anderen en iedereen mag ervan vinden wat ie wil. Toen ik 40 werd stond er op mijn feestelijke uitnodiging “Life starts at 40!”, “Don’t stop me now (mijn lijflied van Queen)!” Ik ben nu 50 en groei en bloei nog steeds, life is on going en ik zing nog steeds luidkeels “don’t stop me now!”

Het is aan jou de keus en ik daag je ertoe uit. Durf jij jouw duisternis in het licht te zetten?